Open Source Schaakmat!
Sinds een tijdje ben ik weer aan het schaken, online wel te verstaan. Dat is best leuk maar ik bak er niet veel van. Op lichess.org kan je makkelijk een tegenstander vinden en anders kan je tegen de computer spelen. De computer waar ik altijd tegen verlies heet ‘Stockfish’. En wie schetst mijn verbazing dat het een compleet open source schaakprogramma is.
Stockfish is de opvolger van het Glaurung, in 2004 ontwikkeld en genoemd naar een draak uit Tolkiens ‘In de Ban van de Ring’. Glaurung en Stockfish maken gebruik van de Universal Chess Interface (UCI), een (open) protocol dat in 2000 het licht zag en schaakprogramma’s in staat stelt te communiceren met user interfaces.
Stockfish is dus geen compleet schaakprogramma, want het heeft geen ‘schaakbord’ waar je ‘stukken’ op kan zetten. Stockfish berekent alleen de zetten en geeft die via de UCI door aan een visueel programma, met een schaakbord, stukken, geluidjes, scoreteller enzovoort.
Lichess is zo’n ‘graphical user interface (GUI)’ die op de achtergrond Stockfish gebruikt. Andere GUIs zijn: Scid, Cute Chess, eboard, Arena, Sigma Chess, Shredder, Chess Partner en Fritz. Sommige van deze GUIs zijn zelf weer open source, zoals Cute Chess en Zentropy. Sommige anderen zijn wel gratis, maar niet open.
Als je wil leren schaken, dan kan dat met behulp van boeken, schaakclubs, of met de vele videos die op YouTube te vinden zijn. Mijn favoriet is Agadmator, die honderden videos van schaakwedstrijden analyseert, ook spellen tussen Stockfish en diverse grootmeesters.
Als je wil leren hoe je een schaakprogramma kan bouwen, open dan de source code van stockfish. Veel plezier!
lichess.org
github.com/official-stockfish
stockfishchess.com
youtube.com/user/AGADMATOR
Photoshop in Venezuela
Free Software! Ik blijf het maar herhalen en de meeste mensen kijken mij aan of ik niet goed wijs ben.
Is het open source fotobewerkingsprogramma ‘GIMP’ echt ‘net zo goed’ als het closed-source Adobe Photoshop? Nee! Of… nou ja in sommige dingen is het beter.
Waarom zou je GIMP gebruiken in plaats van Photoshop? Voor ‘gewone’ mensen is GIMP net zo goed. Voor webdesigners is het perfect. Maar voor mensen die grote posters maken, die naar de drukker moeten, is Adobe nog steeds net iets beter.
Adobe maakt niet alleen Photoshop, maar ook Indesign. De open source versie van Indesign heet Scribus. is Scribus net zo goed als Indesign? Nee, maar je kan er best mooie flyers en posters mee maken.
Adobe Illustrator is dé tool om vector graphics mee te maken, maar dat kan ook heel goed met Inkscape. Inkscape is open source en natuurlijk gratis net zoals Scribus en GIMP.
Hoe professioneel moet je zijn om de Adobe versies van deze programma’s te gebruiken? Best wel heel erg professioneel.
In het onderwijs kan je alles van Adobe gerust vervangen door open source. Het gaat er tenslotte niet om dat je leert hoe je één bepaald programma gebruikt, maar om de achterliggende ideeën.
En stel dat je in Venezuela woont. Dan heb je opeens geen licentie meer voor het gebruik van Adobe producten, omdat de USA besloten heeft om handel met dat land te boycotten. Dan kan je opeens niks meer, behalve open source gebruiken.
En hoe meer mensen open source gebruiken, hoe beter de software wordt. Investeer dus in open source, ook al is het voor jou als super-professional misschien af en toe wat lastiger. Uiteindelijk wordt je software vrij, en gratis, en de beste software in de wereld.
tinyurl.com/yyuar8ho
tinyurl.com/y6dgzmz8
scribus.net
inkscape.org
gimp.org
No Tech for ICE
ICE? Het Amerikaanse Immigratiebureau, dat erom bekend staat asielzoekers inhumaan te behandelen. Denk aan opsluiten van kinderen in kooien. Tech? Een modewoord, dat in dit geval uitgelegd kan worden als: open source software, zoals Firefox, Android, Linux en het minder bekende ‘Chef’. No Tech for ICE? Een actie van programmeurs die niet willen dat hun software gebruikt wordt door ICE of andere mensonterende organisaties. Dit leverde de afgelopen weken een interessant dilemma op. Open Source software is namelijk software met een licentie waarin staat wat je met die software mag doen. Er zijn verschillende licenties, maar alle licenties hebben één ding gemeen: je mag de sofware gebruiken voor wat dan ook. Dat is een belangrijk onderdeel van free software en open source. Microsoft had vroeger een programma om websites mee te maken, dat ‘Frontpage’ heette, en in de licentie van Frontpage stond dat je de software niet mocht gebruiken om websites te maken die kritiek hebben op Microsoft. Stel, de software die jij maakt wordt gebruikt door een groepering om racisitische pamfletten te schrijven. Zou je dan je open source licentie willen aanpassen? Dat is het soort vragen dat nu gesteld wordt. De wet verbiedt racistische pamfletten, dus daarvoor hoef je de licentie niet aan te passen. Maar wat nu als ICE, een overheidsorganisatie notabene, op zeer inhumane wijze mensen behandelt? Zou je dan je licentie aanpassen? Dat is de kern van No Tech for ICE. En met grote gevolgen, want een programmeur van Chef, dat heel veel gebruikt wordt in de cloud, trok zijn deel van de programmacode terug waardoor miljoenen cloudcomputers niet meer werkten. Het ligt iets ingewikkelder dan ik hier beschrijf, want open source software heeft een licentie waardoor je de programmeercode niet zo maar kan terugtrekken, maar het gaat om het idee. Zijn er open source licenties nodig met een ‘ethische’ clausule? Volgens mij niet, maar het moet wel heel veel pijn doen als jouw software gebruikt wordt om razzia’s te houden en onschuldige mensen op beestachtige wijze te behandelen.
Data voor Onderwijs
UNESCO stelt een open source databeheersysteem voor het onderwijs beschikbaar. OpenEMIS (Open Education Management Information System) is een gegevensbeheersysteem voor de onderwijssector. Het belangrijkste doel is het verzamelen, analyseren en rapporteren van gegevens met betrekking tot het beheer van educatieve activiteiten. Ontworpen door UNESCO, dient OpenEMIS als antwoord op de behoefte van de lidstaten op het gebied van hulpmiddelen voor strategische planning van onderwijs. Net zoals Curaçao gebruik maakt van de door UNESCO beschikbaar gestelde open source software voor de douane (ASYCUDA) kan ons land OpenEMIS gebruiken om gegevens in het onderwijsveld te beheren. Voor zowel ASYCUDA als OpenEMIS hoeven geen licentiekosten betaald te worden en de software is inmiddels ver doorontwikkeld. Expertise op het gebied van Open Source Software is er genoeg, bijvoorbeeld bij de douane en bij andere partijen die actief zijn op het eiland. Bovendien wordt deze software in een aantal landen in de regio gebruikt, zodat expertise ook regionaal opgevraagd kan worden. In Barbados, Grenada, St. Vincent & Grenadines, Belize en de Turks & Caicos Eilanden werd EMIS door het betreffende onderwijsministerie ingevoerd tussen 2012 en 2016. De software is gratis, maar de implementatie natuurlijk niet: er zijn trainingen nodig, er moet software geschreven worden om de specifieke situatie in ons land te beschrijven, en er zijn servers en internetverbindingen nodig. Aansluiten bij een door UNESCO ontwikkeld initiatief biedt vele kansen, zoals subsidies voor trainingen en ontwikkeling, en er is een groot regionaal platform aan gebruikers waarmee samengewerkt kan worden. Er is een app beschikbaar om gegevens in de klas te verzamelen. OpenEMIS bestaat uit verschillende onderdelen die onafhankelijk van elkaar geïmplementeerd kunnen worden en geïntegreerd kunnen worden met bestaande systemen – geen onbelangrijk detail omdat de meeste schoolbesturen al een systeem gebruiken.
Curaçao Tech Meetups
De hele volgende week (2 t/m 7 september) staat in het teken van de Curaçao Tech Meetups (CTM), een initiatief van Adric Walter. Elke dag zijn er lezingen over techniek en hoe het onze maatschappij beïnvloedt. CTM probeert culturen bij elkaar te brengen, sociale impact te bereiken door technologie, en samenwerking te bevorderen. Dit is de tweede CTM; de eerste was in september 2018. Open source is niet echt een onderwerp tijdens de lezingen, maar wie goed oplet zal overal open source tegenkomen. Bijvoorbeeld in de op Curaçao ontwikkelde app ‘Curaçao311’. Dit is een app waarmee je gaten in de weg, vuilnis op straat, lekkende waterleidingen en dergelijke kan melden door er een foto van te nemen. Deze melding verschijnt dan op de kaart en kan door de betreffende instanties afgehandeld worden. U begrijpt het al: de kaart die gebruikt wordt is van OpenStreetMap. Deze open source kaart wordt door vrijwilligers ingetekend en is vele malen beter dan Google Maps voor
Curaçao en de meeste andere Caribische eilanden. Een ander open source programma dat ruime aandacht krijgt is ‘R’. R is een statistisch programma dat kan helpen om conlusies te trekken uit grote hoeveelheden data. Traditioneel wordt studenten geleerd om SPSS te gebruiken voor dataverwerking, maar sinds een jaar of tien is R in opkomst. SPSS is behoorlijk duur; R is gratis en open. Op donderdag 5 september vertellen Nadine Hermans (AI Expert) en Rendell de Kort (Lovely Data) over hun ervaringen met R en waarom een gratis, open source statistisch programma zo krachtig en handig is dat deze twee sprekers er niet meer zonder kunnen.
Visual Studio Code
Meer open source van Microsoft! VS Code is een IDE: een Integrated Development Environment, een tekstverwerker waarmee je kan programmeren. Een IDE heeft veel handige hulpjes: kleurtjes die je helpen de structuur van je programma te begrijpen, automatisch aanvullen van bepaalde commando’s, context-gevoelige hulp en integratie met het versie-controle systeem, de compilatieomgeving en de productieserver. Een hele mond vol maar voor programmeurs is een IDE onontbeerlijk. IBM heeft met Eclipse in 2001 al een open source IDE geleverd die veel gebruikt wordt. Een bekende closed source IDE is Microsoft Visual Studio, niet te verwarren met Visual Studio Code (ook van Microsoft). VS Code is open source sinds 2015. VS Code is gebouwd op Electron, een open source framework gemaakt door Github. Om het goed te begrijpen: Microsoft heeft VS Code gemaakt maar op basis van bestaande open source software. En dat is ook precies de kracht van open source: gebruik maken van bestaande open source om nieuwe open source te maken. Maar er zit een adder onder het gras. VS Code van Microsoft verzamelt via telemetrie gegevens van de gebruiker.
Net als in Windows 10 wordt het gedrag van de gebruiker gemeten en doorgeseind naar Microsoft, die het gebruikt om beter te adverteren en indien nodig de gegevens ook met de Amerikaanse politie deelt. Dus, hoewel VS Code open source is, worden er in een bijgaande licentie eisen gesteld aan de gebruiker, namelijk dat deze bepaalde gegevens over zichzelf en zijn of haar gedrag aan Microsoft doorgeeft. Toch is VS Code populair en wordt door de helft van de programmeurs op Stack Overflow gebruikt. Gelukkig kan deze dataverzameling uitgezet worden, en doordat VS Code open source is kan precies gezien worden wat er verzameld wordt. VSCodium is een ‘kopie’ van VS Code maar zonder alle Microsoft licenties en dataverzameling.
We are connected!
Vorige week vond de afsluiting van het project Nos Ta Konektá (NTK) plaats in het Pwfc gebouw net voorbij Post Vijf. NTK is een project van Fundashon Kòrsou Habrí waarbij kinderen van 6 tot 17 jaar uit de wijk Ser’i Domi een jaar lang een laptop en internetverbinding in bruikleen kregen. Elke twee weken kregen de kinderen les in informatie zoeken, verzamelen en presenteren. Ook waren er andere lessen zoals digitale fotografie, mediawijsheid en openstreetmap. Ser’i Domi heeft 59 jongeren, waarvan 42 meededen aan het project en 37 een certificaat kregen.
Er is door de stichting specifiek gekozen voor Chromebooks. Dit zijn laptops met daarop het open source besturingssysteem GNU/Linux en ChromeOS. Doordat de laptop zo is ingericht dat alle gegevens in de Google Cloud bewaard worden, kunnen de laptops gemakkelijk met andere gezinsleden gedeeld worden, zolang men maar een eigen (gratis) Google Account heeft. Het systeem kent geen virussen en alle updates gaan automatisch. Er is dus geen enkel onderhoud aan de laptops. Dit is in een project met kinderen een groot voordeel. Er is geen helpdesk nodig, en ook geen dure antivirussoftware. In de VS is het marktaandeel van Chromebooks in onderwijs al 60%. Op Curaçao om en nabij de nul procent.
De Chromebooks die bij NTK gebruikt werden, zijn 2-in-1, waardoor ze als laptop maar ook als tablet gebruikt kunnen worden. Ze beschikken zowel over een toetsenbord en muis als een touchscreen. De Chromebook maakt gebruik van apps. De meeste android apps werken op Chrombooks. Met Google Docs maak je tekstbestanden en met Google Sheets spreadsheets. Maar ook OneDrive en andere Microsoft producten werken, zolang ze in de cloud zitten. Daarnaast programma’s als Pixler en Canva om foto’s te bewerken, en natuurlijk Google Drive om bestanden op te slaan. Ook werd er gewerkt aan ‘Hour of Code’ en Floorplanner. Tenslotte werd het quizprogramma ‘Kahoot’ met veel gejuich onthaald.
Weer een school op de kaart!
Vorige week zetten 20 leerlingen van VSBO St. Paulus hun school en de omgeving op de kaart. In het project ‘Openstreetmap’ kan iedereen zelf de kaart aanvullen. Deze open kaart wordt gebruikt door onder andere Maps.me, waardoor je op Curaçao de weg kan vinden, iets wat met Google Maps niet lukt. Gebouwen op de openstreetmap kaart zetten is heel eenvoudig, want de meeste smartphones beschikken over GPS en deze gegevens kunnen vrij gemakkelijk overgebracht worden op de openstreetmap
kaart. Als je een vergelijking maakt tussen openstreetmap en Google, dan zie je direct het verschil. En dat verschil wordt gemaakt door gewone mensen die met eenvoudige technieken een bijdrage leveren. In de workshop die vorige week gegeven werd leren de leerlingen en docenten de begrippen kennen, zoals ‘geolocatie’, ‘GPS’ en ‘fieldpapers’. Daarna gaan ze in groepjes de straat op, om later de verzamelde gegevens op de kaart te zetten. Leerlingen leren op deze manier hun omgeving kennen, maar ook dat ze kunnen bijdragen aan een wereldwijde kaart die door vele anderen gebruikt wordt. In 2013 werd het stegengebied in Otrobanda op de kaart gezet door leerlingen en docenten van HAVO/VWO. In 2017 werd de omgeving van de Prins Bernhard school op de kaart gezet door docenten. In 2019 werd de wijk Ser’i Domi ingetekend door jongeren in het project Nos Ta Konektá. En vorige week de ongeving van Salinja Abou Straat door VSBO leerlingen.
Rif: openstreetmap.org/#map=19/12.10870/-68.93896
PBS: openstreetmap.org/#map=18/12.14639/-68.92384
Ser’i Domi: openstreetmap.org/#map=19/12.11539/-68.94513
St. Paulus: openstreetmap.org/#map=17/12.10557/-68.90638
https://maps.me
KaiOS
Noem de drie meest gebruikte besturingssystemen voor mobiele telefoons. Daar gaan we: 1. Android, 2. iOS, en 3… Windows? Nee, sorry! Het is KaiOS, drie keer zo populair als Windows. Om dit in perspectief te plaatsen: Android en iOS hebben samen 98% van de mobiele telefoonmarkt in handen. Windows heeft 1/4 procent, terwijl KaiOS 3/4 procent heeft, drie keer zoveel als Windows en daarmee de derde plaats in de top drie. KaiOS ontstond in 2017 als opvolger van FirefoxOS en is een web-based mobiel OS gebaseerd op Linux. Google investeerde 22 miljoen USD in KaiOS in 2018. In India is KaiOS het populairste OS. KaiOS richt zich niet op de smartphones zoals wij die kennen, maar op de zogenaamde ‘feature phones’, zoals de Nokia 8110 4G, de JioPhone of de Alcatel OneTouch GoFlip. Feature phones zijn smartphones met lichte hardware. Geen 13MP camera, geen Quad-Core, en weinig geheugen. Kleiner scherm, soms zelfs geen touch, maar toch in staat om gebruik te maken van Internet en sommige apps. Deze goedkope smartphones zijn populair in India en de rest van Azië maar ook in westerse landen en Zuid-Amerika. Meestal hebben ze een gesloten OS van de fabrikant maar daar komt verandering in. KaiOS is helemaal open source, en is snel aan het groeien. Het maakt het mogelijk voor miljoenen mensen met lage inkomens om mee te doen aan de digitale revolutie. Het geeft kinderen een betere kans op onderwijs (net zoals het one-laptop per child project) en vrouwen toegang tot betere gezondheidszorg. De sterke kant van open source is niet alleen betere en veiliger software, maar ook in de evenredige verdeling van informatie en de daarmee gepaard gaande sociale gelijkheid.
kaiostech.com
wiki:KaiOS
wiki:Feature Phone
gs.statcounter.com/os-market-share/mobile/worldwide
Aptoide
Eén van de mooie dingen van het schrijven van een wekelijkse column over open source is dat je gedwongen wordt nieuwe onderwerpen te zoeken. En soms kom je ontwikkelingen tegen die al jaren geleden begonnen zijn maar waarvan ik nog nooit gehoord heb. Eén zo’n ontwikkeling is Aptoide. Aptoide bestaat al sinds 2009 en heeft 200 miljoen gebruikers, een miljoen apps. Aptoide heeft meer dan 8 miljoen gulden aan financiering rondgekregen, een rechtszaak tegen Google aangespannen, een eigen cryptomunt die Appcoin heet en heeft 36 miljoen gulden opgehaald tijdens de Initial Coin Offering (ICO). Wááát? Aptoide is een app-store, dus een plek op Internet waar je Android apps kan downloaden. Een alternatief voor de Google Play Store dus. Je kan Aptoide niet downloaden via de Play Store, want Google wil niet dat er andere appstores zijn! Aptoide is geheel open source, en de data uitwisseling tussen de Aptoide app en de servers werkt via een open protocol. Hoewel Aptoide dus een open source appstore is, zijn de apps in de store dat (meestal) niet. Aptoide heeft geen centrale server maar verschillende servers, en iedere gebruiker kan een store en dus ook apps toevoegen. Hoe het precies staat met de veiligheid van deze apps wordt niet helemaal duidelijk. Aan de andere kant biedt het vrijheid voor app developers om niet via de ingewikkelde processen te gaan die nodig zijn om je app in de Play Store te krijgen. Plus een AppCoin waarmee je binnen apps kan handelen!