+5999 6780060 ace@suares.com
Select Page

Open regering

Misschien een contradictie, maar ik zie dat een open regering steeds meer tot de mogelijkheden behoort. En dan bedoel ik niet ‘open politiek’ maar ‘open ambtenarenapparaat’.

De Amerikaanse regering begon een ‘beleid voor open’ toen Obama aantrad. Een poging om regeren openbaar te maken. En dat is niet zo makkelijk. Geheimhouding is belangrijk, vinden de meeste regeringen. Anders zouden je tegenstanders maar al te makkelijk je zwakke punten blootleggen. Maar in de ‘open’ wereld, is juist het tegenoverstelde bewezen. Zwakheden worden blootgelegd, en er zijn altijd meer mensen die goed willen doen dan slecht.

Dus meer mensen halen het beste in de regering naar boven. Meer mensen zijn alert over ontwikkelingsplannen en meer mensen weten wat de regering doet, en gaan eerder over tot actie. Actie die de koers verandert. Actie die opportunisme en belangenverstrengelingen blootlegt. Actie die geen corruptie duldt.

Open regering is ware democratie: iedereen heeft inspraak, iedereen kan de financiën controleren. Ware democatie is open.

Open regeringen steunen op open data, waarbij door de overheid verzamelde gegevens toegankelijk worden voor iedereen, open informatie, waarbij de regering pro-actief informatie verstrekt die van belang kan zijn, en open dialoog, waarbij net als op dit moment in Curaçao verschillende gesprekspartners samen met de overheid de problemen en oplossingen bespreken.

In Canada en de Verenigde Staten wordt open regeren heel serieus aangepakt. In verschillende landen waaronder Engeland, wordt ook het maken van beleid steeds opener: Open Policy Making.

Over de hele wereld is er beweging in deze richting. Betere controle door de bevolking voorkomt corruptie, snoepreisjes en al te grote gaten in de begroting.

www.ted.com/search?q=open

Begroting

‘Pilotproject Microsoft op Curaçao’, kopte het inmiddels opgeheven ‘Aworaki’ van de inmiddels bijna opgeheven Wereldomroep op een maartse donderdagavond in 2011. De toenmalige minister-president Gerrit Schotte had een bezoek aan Trinidad gebracht, waar het regionale hoofdkantoor van de softwaregigant gevestigd is. ‘Het moet een pilotproject worden waarin speciale computerpakketten van Microsoft worden gebruikt en die aan andere landen toont wat er op dit gebied mogelijk is.’, volgens Aworaki.

Gelukkig is er tot nu toe niks meer over dit project gehoord en laten we hopen dat dat ook na de verkiezingen zo blijft. Tenslotte is het doel van Microsoft om zoveel mogelijk geld te verdienen, en wat men met de ene hand geeft neemt men met de andere dubbel en dwars terug. Er zijn een aantal voorbeelden van projecten in de wat armere landen, waarbij de servers van Microsoft gesponsord werden, waardoor vervolgens alle gewone PC’s van een licentie moesten worden voorzien. De strategie is simpel: geef ze iets gratis waardoor ze niet meer zonder ons kunnen. En die strategie levert winst op voor Microsoft.

Voor onze begroting levert het helaas steeds terugkerende kosten op, die ook elk jaar nog wat hoger worden. Dit noemt men vendor lock-in, waarbij je dus iets koopt (of gratis krijgt) om er daarna nooit of met veel moeite weer vanaf te komen. Dat is ook de reden waarom overstappen naar open source door velen als ‘duur’ gezien wordt; om de vendor lock-in te doorbreken moet er veel geïnvesteerd worden, met name in kennis van werknemers in de IT-sector. Wat je er voor terugkrijgt is flexibiliteit, duurzaamheid, gratis software en een gevoel van eigendom.

Op de lange termijn is open source software stukken goedkoper en daar hebben we nu juist behoefte aan: minder kosten op de begroting. En we hebben ook behoefte aan een door kennis gedreven economie, kortom: een win-win situatie.

Apps4Curacao

Mijn oude werkgever, de Maatschappij voor Oude en Nieuwe Media (MONM) die gehuisvest is in het 400 jaar oude waaggebouw op de Nieuwmarkt in Amsterdam en daarom ‘de Waag’ genoemd wordt, is altijd een broedplaats van ideeën geweest en maakte daarom in 1997 al veel gebruik van open source.

In die tijd was Internet nog nieuw, de browsers waren erg slecht, en programmeren voor het web was eigenlijk magie. Toch stortten mijn collega’s zich er volop in en realiseerden concepten die anderen voor onmogelijk hielden.

In al die jaren is de Waag een plek gebleven waar gebalanceerd werd op de rand van wat wel en niet kon op technisch gebied. Op de website van de Waag vindt je vele voorbeelden, zoals SMS speurtochten, verhalentafels, animatietafels, een agenda voor verstandelijk gehandicapten, een op GPS gebaseerde museumtocht en nog veel meer.

Intussen is de Waag flink bezig met ‘apps’, programmaatjes die op smartphones van Apple of Google draaien. Na eerst Apps-4-Amsterdam en daarna Apps-4-Nederland georganiseerd te hebben, wordt de komende week Apps-4-Curacao in samenwerking met Stimul-IT georganiseerd. In drie verschillende workshops wordt gesproken over het wat, waarom en hoe van apps, in januari gevolgd door een workshop van 5 dagen voor diegenen die er dieper op in willen gaan.

Apps zijn meestal geen open source. Maar bij het maken van een app wordt vaak juist wel veel open source gebruikt. Dat betekent dat je geen dure software hoeft aan te schaffen om een app te maken. De programmeertaal JAVA is open, evenals Eclipse (een ontwikkel-omgeving), en er zijn een aantal ‘standaard-bibliotheken’ die je kan gebruiken omdat ze open zijn.

Ontwikkelen van apps met open source software is gewoon goedkoper!

www.waag.nl
nationaleappprijs.nl
www.stimul-it.com

Licentie

Was u ook zo bezorgd de afgelopen week over het Facebook beleid?

Ik weet niet hoe vaak ik deze zin zag op het profiel van mijn vrienden: ‘In response to the new Facebook guidelines…’ Wat daarna volgde was een lang verhaal over copyrights en auteursrechten en de vraag om het met iedereen te delen.

Delen op Facebook is goedkoop dus dat werd grif gedaan. Dat de informatie niet klopt is maar bijzaak, zo denken velen. Toch is auteursrecht (of copyright) iets waar men niet te licht over moet denken.

Als iemand iets maakt (een boek, schilderij, beeld, of software) dan geldt in de meeste landen een vorm van auteursrecht. Dit recht dient om de auteur te beschermen tegen het publiceren, verspreiden of kopieëren van zijn of haar werk door anderen zonder toestemming. Dit auteursrecht bestaat ook voor software.

Als ik dus iets maak en de broncode op een website zet, waardoor de source open wordt), dan geef ik nog geen toestemming om het te kopieëren. Het copyright blijft bij de auteur liggen ook al is de bron (het verhaal, het schilderij, de software) in het openbaar tentoongesteld. Dit is ook de reden waarom er verschillende licenties in het leven zijn geroepen.

De bekendste licentie is de GNU Public License (GPL) maar ook de MIT license wordt veel gebruikt. Door mijn gepubliceerde software te vergezellen van een licentie wordt het mogelijk om iedereen het recht te geven mijn software te gebruiken, kopieëren, verbeteren en te verspreiden, al dan niet onder voorwaarden.

Bij open source blijft het auteursrecht dus gehandhaafd, maar geeft de licentie recht op het verspreiden en gebruiken van de software. Iederen die Facebook gebruikt geeft een licentie aan Facebook om het werk te gebruiken, delen en te kopieëren!

auteursrecht.nl
snopes.com/computer/facebook/privacy.asp
facebook.com/legal/terms

Open Street Map

Tegenwoordig kent iedereen Google Maps. Google Maps is een GIS Systeem, waarbij geografische informatie gedigitaliseerd wordt en gepresenteerd als een interactieve landkaart. Op die landkaart kun je dan allerlei punten aanwijzen en daar bijvoorbeeld een foto aanhangen of een verhaal of zelfs reclame.

OpenStreetMap (OSM) is de open source tegenhanger van Google Maps. Het bedrijf Google stopt miljarden in hun product, maar OSM wordt door vrijwilligers gedragen. Moderne telefoons hebben een ingebouwd GPS systeem en daarmee kun je de route die je loopt, rijdt of vaart zichtbaar maken op de kaarten van Google Maps of OSM.

In 2010 schreef ik op deze plek dat de Sabasteeg (een klein straatje in Otrobanda, tussen Stroomzigt en de Bloedbank) wel op OSM voorkwam maar niet op Google Maps. Dat komt omdat het maken van een kaart veel geld of veel vrijwilligers kost. Toevallig was Google er nog niet aan toegekomen om Curaçao ‘op de kaart te zetten, maar was er wel een vrijwilliger die met zijn of haar GPS door de Sabasteeg gelopen was en de moeite genomen had om dit te noteren op OSM.

Intussen is dit nog steeds zo: op OSM vindt je de Sabasteeg en op Google Maps niet. Maar Google Maps is wel sterk verbeterd in twee jaar; de Gravenstraat staat er wel op, terwijl je die weer niet vindt op OSM.

De vraag is natuurlijk waarom een stel vrijwilligers de moeite zou nemen om zelf een kaart te maken, terwijl er al een Google Maps is. Eén van de redenen is dat de informatie op de kaarten van Google Maps eigendom zijn van Google, dat ook maar gewoon een groot bedrijf is. Terwijl de informatie op OSM van iedereen is (of van niemand). Google kiest heel specifiek om bepaalde kaarten te produceren waar geld te verdienen valt; terwijl OSM ook in Zuid-Oost Afrika goed werkt of in Mongolië, waar weinig te vinden is op Google Maps.

De komende weken gaat Jefferson Martina een OpenStreetMapParty organiseren, waarbij iedereen die dat wil en een GPS telefoon heeft, samen kan werken om de ontbrekende stukken van de kaart in te vullen. Mij zal je in ieder geval in de Gravenstraat, Sabasteeg, Carthagenastraat, Bajonetstraat, Zaantjessteeg, Spaansche Steeg en de Schrijnwerkersstraat kunnen vinden. Tenslotte staat de Netto Bar wél op OSM en niet op Google Maps!

Politiek en Open

Nog een kleine week drie dagen en dan staan de verkiezingen voor de deur. Hoe Open is politiek in Curaçao?

Opvallend is dat een online ‘stemwijzer’, een initiatief van enkele burgers, niet van de grond is gekomen omdat een aantal partijen weigerden mee te werken.

Ook opvallend is dat bijna alle partijen een open source content managament systeem (CMS) gebruiken voor hun website: PS, PAIS, PAR en MFK gebruiken Joomla, MAN gebruikt WordPress, allemaal op Apache webservers. PNP gebruikt iets dat op ASP.NET draait op een Microsoft IIS server en is daarmee de grote uitzondering.

De partijprogramma’s vertellen een ander verhaal. MAN heeft een aantal speerpunten, waarbij open source, kenniseconomie of ICT niet genoemd worden. MFK en PS hebben tot nu toe geen partijprogramma gepubliceerd. PNP begint voorzichtig met tablets in te voeren naast schoolboeken, noemt ook kenniseconomie, maar rept niet over open ontwikkelmodellen. PAIS noemt open source nergens, maar het uitgebreide programma staat wel bol van woorden als ‘transparantie’ en ‘informatie geven’, dus het idee van open lijkt daar wel doorgedrongen.

Het aktieprogramma van de PAR spreekt in hoofdstuk 6 daadwerkelijk over open source: Een plan maken om open source in scholen te introduceren om zodoende de kosten van software te verlagen. PAR neemt hiermee het voortouw en is de eerste partij die op politiek niveau open source introduceert, precies tien jaar na de motie Vendrik, die in Nederland een ommekeer teweeg bracht ten gunste van open source.

Alle partijen leveren hun website en partijprogramma (voor zover daar sprake van is) in het papiaments en er is weinig in andere talen te vinden. Hopelijk een teken dat men de eigen taal serieus begin te nemen, en een stap op weg naar eenheid.

Uiteraard zal niemand zijn of haar stem laten afhangen van een single-issue zoals open source. Partijen dienen echter helder en open te communiceren over hun doelstellingen en plannen, zodat de kiezer een inhoudelijke keuze kan maken.

www.yellowpipe.com/yis/tools/craftnet
nl.wikipedia.org/wiki/Motie-Vendrik

OUYA

Ondanks de naam gaat het niet over het oproepen van geesten, maar over een supergoedkope open source spelletjes computer.

De OUYA is gbaseerd op Android (hetzelfde open source systeem als de Samung Galaxy en de HTC Nexus smartphones) en de bedoeling is dat ontwikkelaars, hobbyisten en bedrijven spelletjes gaan ontwikkelen die mensen dan ofwel gratis kunnen downloaden of kopen in een ‘app store’.

Het verkopen van (meestal gesloten) software is een economisch bedrijfsmodel dat de laatste jaren sterk in opkomst is. Hoe meer apparaten er zijn, hoe meer er verkocht kan worden. Dus maken de ‘slimme jongens’ hun apparaten open source, en zo goedkoop mogelijk.

De OUYA is open source, zodat snel software ontwikkeld kan worden, of bestaande software ‘vertaald’ wordt naar de OUYA. Het operating system (Android) wordt veel gebruikt (meer dan 50% van alle smartphones in de US) en er is al veel software voor beschikbaar.

De prijs ligt op 99 USD, stukken goedkoper dan de meeste andere spelletjes-computers. Er zijn trouwens wel meer open source game consoles: Fuzebox, GP2X, en OpenPandora onder andere.

Een bijzonder verhaal is hoe de ontwikkeling van de OUYA gefinancierd is. Via Kickstarter, een website waarop ontwikkelaars projecten beschrijven en investeerders daar geld in kunnen stoppen. Als binnen de gestelde termijn het gevraagde bedrag binnenkomt, dan krijgt de bedenker het geld; zo niet, dan krijgen de investeerders hun geld terug. De OUYA mikte op 950.000 USD voor ontwikkel- en marketingkosten.

Echter, het project was in korte tijd zo populair, dat maar liefst 63 duizend mensen samen een bedrag van… 8.5 miljoen USD geïnvesteerd hebben! Dus bijna 10 keer zoveel als nodig was. Kickstarter is een goed voorbeeld van hoe de nieuwe economie werkt. Iedereen kan een project bedenken, en geld vragen. Honderden investeerders, die soms maar 5 of 10 USD investeren, zorgen samen voor een grote som geld.

Ook investeren wordt ‘open’.

kickstarter.com
openpandora.org
ouya.tv

Debian 19 jaar!

Niet veel mensen op dit eiland zullen Debian kennen of gebruiken, en toch is het één van de twee hoofdstromingen in Linux distributies.

Het concept van een distributie is bij Apple en Microsoft niet bekend, omdat zij één product leveren dat ze helemaal zelf in de hand hebben. Als je in de wereld van open source terechtkomt, is het verbazingwekkend om te zien hoeveel distributies er zijn, Linux-merken bij wijze van spreken.

Op Curaçao was er vroeger maar één versie bekend, en alleen die ene versie werd serieus genomen door de ‘experts’. En dat was Red Hat, omdat het uit de VS komt en omdat het een beursgenoteerd bedrijf is dat intussen meer dan een miljard waard is.

Maar wat is nou een distributie? In de open source wereld word heel veel software gemaakt. Niet door een centraal geleid bedrijf, maar door groepjes mensen die samen aan een probleem werken. Zo is er een groep die zich bezig houdt met een office-pakket, en een andere groep die werkt aan een database, een derde aan fotobewerking (GIMP), in totaal meer dan negen-en-twintigduizend verschillende groepen en softwarepakketten.

Een distributie is een groep mensen (of een bedrijf) die een keuze maakt uit dit enorme aanbod, daar een bundel van maakt, en dat aanbiedt aan mensen en bedrijven. Daarbij onderscheidt de ene distributie zich van de ander door zich meer te richten op bedrijven (Red Hat) of juist ‘leken’ (Ubuntu), op onderwijs (SkoleLinux), of op wetenschap (Poseidon).

Maar ook al zijn er letterlijk honderden distributies, ze zijn vrijwel allemaal gebaseerd op twee hoofdstromingen: Red Hat of Debian. Debian bestond deze week dus 19 jaar, en wordt geheel en al gerund door vrijwilligers. Er komt geen bedrijfsmodel aan te pas.

Debian gebruikt alleen maar vrije software, en Skype zal je er dan ook niet vinden. Debian was en is baanbrekend op het gebied van eenvoudig installeren en upgraden van software en zelfs hele systemen.

Debian, Pabien!

debian.org
distrowatch.com
redhat.com

Apache Software Foundation

Hadoop is software waarmee hele grote hoeveelheden ongestructureerde gegevens verwerkt kunnen worden op gewone Pc’s die in een groep samenwerken. In dit geval wordt zo’n groep ook wel een cloud genoemd.

De basis voor Hadoop zijn MapReduce van Google en het Google Bestands Systeem (GFS). GFS is echter geen open source, dus heeft men een eigen versie ervan gemaakt, HDFS (Hadoop Distributed File System).

Distributie in deze context betekent het verdelen van gegevens en bewerkingen over heel veel computers, die zich geografisch gezien niet eens op één locatie hoeven te bevinden. Hadoop wordt gebruikt door onder andere Amazon, Adobe, Ebay, Facebook, Fox, Google, IBM, Last.fm, Microsoft, SARA, Spotify, StumbleUpon, Twitter en Yahoo!

Hadoop wordt gemaakt door de samenwerking tussen vele vrijwilligers (hobbyisten) en bedrijven, geleid door de Apache Software Foundation (ASF). De ASF is geen hobbyclubje – er werken ongeveer 60 mensen aan de begeleiding en de logistiek van open source software, aan zaken zoals copyright en intellectueel eigendom, aan het organiseren van conferenties en lesmateriaal, aan marketing en reclame. En dat voor een non-profit organisatie die gesponsord wordt door de leden (en niet door het verkopen van software).

De ASF produceert meer dan 100 bedrijfskritische open source programma’s, zoals CouchDB, Lucene/Solr, SpamAssassin, Xerces en Tomcat. Meer dan de helft van alle websites in de wereld draait op Apache, de webserver van de ASF, en de kans dat u open source software gebruikt zodra u een voet op Internet zet is 100%. De gewone gebruiker merkt het niet eens, maar de profesionele IT-er hoort in ieder geval bekend te zijn met een aantal producten van de ASF. \

Vorige week kreeg ik van een IT’er weer eens te horen dat open source iets is voor hobbyisten. Ik krijg de indruk dat het belang van open source en de rol die het speelt in de globale economie op ons eiland zwaar onderschat wordt, zowel door IT’ers als door scholen en politieke partijen.

Wil je naar een kenniseconomie doorgroeien, dan zou open source prioriteit nummer 1 moeten zijn.

www.apache.org
bit.ly/LAbG6l
www.apache.org/foundation/thanks.html

Educatieve spellen maken

In het rijke deel van de wereld begint iedereen schoolboeken te vervangen of aan te vullen met eucatieve software. Sommige instellingen geven zelfs geen subsidie meer voor ‘alleen een boek’, want er moet tegenwoordig software bij.

Dat is een groot probleem voor een klein land. Want het ontwikkelen en drukken van een boek is al heel erg duur bij een kleine oplage, maar software ontwikkelen lijkt nog duurder, omdat er weinig kennis voorhanden is.

Toch kan dat binnen korte tijd veranderen, tenminste, als we investeren in open source gaming engines. Om een spel te maken heb je een basis nodig als je het wiel niet helemaal opnieuw wil uitvinden. Neem als voorbeeld ‘Cube’, een 3D ‘spelbasis’ gebaseerd op het ooit gesloten spel Quake van ID-Software. Quake is een behoorlijk revolutionair spel (1996) waarin soldaten tegen monsters en met elkaar vechten in een 3-dimensionaal doolhof met realistische grafische effecten.

In 1999 werd de Quake Game Engine open source. In deze 3d-wereld zijn de bewegingen van de spelers en monsters een basis voor elk ander spel dat bedacht kan worden. Zou je een spel willen maken met tuinmannen die water moeten geven aan bloemen en planten, dan zou dat kunnen, en vrij snel ook, door de grafische elementen van dood en verderf te vervangen door gieters, pokon en tuinbroeken.

Cube of Quake zijn niet de enige open source spelbases (zie link onderaan deze column). Er zijn ook open source 2D engines, en vele andere. Enkele bijzondere zijn Emo, die op iPhone, iPad en Android (Samsung Galaxy) werkt, waardoor de investering in 1 spel direkt op de twee grootste smartphone platforms beschikbaar is, PyGame, door Google ondersteund en LOVE, dat veel mogelijkheden biedt voor papiamentstalige educatieve software.

www.cubeengine.com
www.emo-framework.com
www.pygame.org
www.love2d.org

Byte Me / Open Up

Rens van der Hammen, journalist bij Radio Hoyer en later bij het Antilliaans Dagblad, vroeg me op 1 maart 2010 om zijn column 'Byte Me' over te nemen. Deze verschijnt elke week in de zaterdagbijlage van het Antilliaans Dagblad (de AD Wikent). Op 20 maart werd het eerste stukje geplaatst.

De stukjes worden op deze blog ongeveer 1 week nadat ze in de AD Wikent verschijnen gepubliceerd. De column heet intussen Open Up.

Ace Suares

Archief