+5999 6780060 ace@suares.com
Select Page

Programmeren in het Funderend Onderwijs.

Mijn stelling is dat programmeren net zo belangrijk is als lezen, schrijven en rekenen. Programmeren zou vanaf groep 5 een vast onderdeel van het Onderwijs moeten zijn. Lezen en schrijven is van levensbelang en absoluut nodig om deel te nemen aan de maatschappij. Bijna 100% van de bevolking kan lezen en schrijven, maar pakweg 200 jaar geleden was dat niet zo en kreeg slechts 1% taal- en rekenles. Deze onderwijsrevolutie was te danken aan de uitvinding van de boekdrukkunst. Want zonder boeken viel er ook weinig te lezen.

Anno 2013 kan slechts 1% van de bevolking programmeren. Bijna niemand weet wat programmeren inhoudt en het belang ervan wordt door slechts enkelen ingezien. Net als met de boekdrukkunst, die zorgde voor boeken, waardoor er meer gelezen werd, zorgt de digitale revolutie voor computers, heel erg veel computers, waardoor er meer geprogrammeerd zal gaan worden. In het begintijdperk konden alleen hele grote bedrijven programma’s maken, en de programmacode was een ‘fabrieksgeheim’, maar met de opkomst van open source en ‘mobiele apps’ kan iedereen leren programmeren en software wereldwijd verspreiden. Op dit moment zijn er meerdere kinderen van tussen 10 en 12 jaar die een succesvolle app ontwikkeld hebben, zoals bijvoorbeeld PizzaBot.

Veel mensen denken dat programmeren bestaat uit ingewikkelde codes gebruiken. Maar met de Blocks Editor die onder andere in de Google/MIT App Inventor verwerkt zit, en ook in Scratch, kan een kind een app maken! En u natuurlijk ook. Leren programmeren gaat niet om de codes, maar om een denkstructuur en logica, die we zeker aan kinderen van groep 5 kunnen leren. En net zoals woorden en zinnen u elke dag omringen en een heel groot deel van uw omgeving uitmaken, zo gaan allerlei programmaatjes (apps) uw omgeving vullen. En net zoals u kunt lezen (consumeren) én schrijven (produceren), moeten uw kinderen straks ook kunnen consumeren én produceren. Dus programmeren. Programmeren is een basisvaardigheid!

http://www.ted.com/talks/mitch_resnick_let_s_teach_kids_to_code.html
http://marshallbrain.com/kids-programming.htm

EULA

EULA staat voor End User License Agreement. Dit is een contract tussen de maker van de software en u, de ‘koper’ van de software.

De meeste mensen lezen de EULA niet. Dit blijkt wel uit een aantal grappen die zijn uitgehaald in de loop der tijd. Zo was er een bedrijf dat ‘de rechten op uw onsterfelijke ziel’ had opgenomen in de EULA. Bijna iedereen accepteerde het contract zonder morren! Het accepteren van een EULA kan trouwens op verschillende manieren.

Sommige contracten accepteer je door het product te openen, zeg maar door het plastic dat om het product heen zit er af te scheuren (shrinkwrap). Andere accepteer je tijdens het installeren van de software, en weer andere tijdens het aanmaken van een account op het Internet (bijvoorbeeld bij Google en Facebook). In de meeste gevallen leest de gebruiker deze ‘contracten’ niet.

Zo staat er in de EULA van Microsoft Windows 7 Home Basic: “De software wordt niet verkocht… maar onder licentie verstrekt… deze overeenkomst verleent u slechts bepaalde rechten voor het gebruik van de software… de licentie wordt permanent toegewezen aan de computer waarbij de software is meegeleverd… u mag de software op geen enkele andere computer gebruiken… tijdens de activering verzendt de software gegevens over de software en de computer naar Microsoft… het is niet toegestaan de activering te vermijden of te omzeilen…”

Dus dat u even weet dat u de software gekregen bij uw eerste computer, die al lang kapot is, niet mag installeren op een andere computer, en dat u verplicht informatie over uw computer (hardware) moet inleveren bij Microsoft om de software te kunnen gebruiken!

Open source licenties hebben deze beperkingen niet, verzamelen geen informatie over uw bezittingen in een centrale database, en beperken u op geen enkele manier in het gebruik, het delen, het verkopen of weggeven van de software. Open source gaat over vrijheid!

tinyurl.com/adlicentie
tinyurl.com/adlicentie2
tinyurl.com/adlicentie3

Curacao bestaat niet

Het zal de meeste mensen wel opgevallen zijn: Curaçao bestaat niet op Internet. En dat is knap lastig. Vooral als je iets wil kopen in een webwinkel. Als het tijd wordt om het bezorgadres in te vullen kom je Nepal tegen, dan Nederland en nog veel te vaak de Nederlandse Antillen. Maar als je in de buurt van Cuba bent, moet je al gauw de sprong naar Cyprus maken, zonder ons mooie eilandje aan te doen, dat er precies tussen ligt.

Op de oficiële site van ISO, de  Internationale Organisatie voor Standarisatie, staat sinds 15 december 2010 dat Curaçao een land is! Ook staat daar dat het als Curaçao geschreven moet worden, dus met een haakje onder de cee, ook in het Engels. Zelfs op het Wilheminaplein zijn ze vergeten om de komma onder de cee te zetten, dus de vraag is hoe serieus we met ons eigen land bezig zijn. Niet al te serieus waar het Internet betreft, blijkbaar, want dat we na 2 jaar nog steeds niet te vinden zijn op de grote online winkels… is onbestaanbaar.

Tijd voor aktie van ons takenkabinet! Want er zijn nog meer gevolgen. De wereld wordt al sinds de uitvinding van de DVD opgedeeld in regio’s. Weet u nog? Op een in Nederland gekochte DVD-speler kon je geen in Curaçao gekochte DVD’s afspelen. Al snel werd dat omzeild, op allerlei manieren. Maar het Internet wordt ook steeds meer opgedeeld in regio’s. Je krijgt ‘content’ naar gelang waar je je bevindt. Duitse youtube filmpjes in Berlijn, Nederlandse zoekresultaten in Den Haag, en heel vaak kan je een filmpje niet zien ‘omdat het niet beschikbaar is in uw regio’.

Die regio’s zijn bedacht om geld te verdienen. En in Curaçao is weinig geld te verdienen. Daarom richten de aanbieders van ‘content’ zich liever op de rijke regio’s. En worden wij op Internet een Derde Wereld land. Laat dat niet gebeuren!

Open Source in 2013

Aan het begin van het jaar is het tijd om koffiedik te kijken en gelukkig is open source makkelijk te voorspellen, want in 2013 zal er alleen maar meer van gebruikt worden. Meer mensen zullen bekend raken met het concept ‘open’ en nog veel meer mensen zullen het gebruiken zonder dat ze het weten, in smartphones, routers, websites en social media platforms.

Dat komt omdat open source zo’n scuccesvolle ontwikkel strategie is gebeleken. Neem als voorbeeld de database markt. Voordat er open source was, moest je het doen met DB2 of Oracle. Voor een serieuze applicatie, bijvoorbeeld zoiets als de Hypotheekbank of Aqualectra, moest je een heel erg groot bedrag betalen, inclusief een onderhoudscontract en updates. Als je software wilde ontwikkelen voor dit soort organisaties, dan moet je een duur ontwikkelpakket kopen. De laatste 15 jaar hoeft dat allemaal niet meer; Postgresql, sqlite of Mysql zijn geheel gratis, en de ontwikkelomgeving ook.

Dat betekent dat een startende ondernemer binnen een hele korte tijd en zonder financiering kan beginnen met het maken van op maat gemaakte software. En juist dat – lage ontwikkelkosten bij het opzetten van een nieuw IT bedrijf – heeft het mogelijk gemaakt dat Android binnen 4 jaar bedrijven als RIM/Blackberry en Apple/iPhone heeft overvleugeld. Een startend bedrijf dat van deze globale trend gebruik wil maken, moet natuurlijk wel personeel kunnen vinden dat in deze techniek de weg weet.

Op Curaçao is er helaas geen opleiding of beleid om zo snel mogelijk aan te sluiten bij deze ontwikkeling, en ik voel dat beleidsmakers, strategen en financiers nog niet overtuigd zijn (een enkele uitzondering daargelaten). Open source is een disruptive technology die oude structuren omverwerpt en nieuwe manieren van werken en geld verdienen mogelijk maakt.

Mijn voorspelling is dat we dit jaar wel een beetje bewuster zullen worden, maar nog niet echt aan een inhaalslag kunnen beginnen, tenzij de overheid open source in haar beleid opneemt, zoals in Nederland in 2002 al gebeurd is.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Motie-Vendrik
http://www.gartner.com/it/page.jsp?id=2131115
http://opensource.com/government/12/8/brazil-forefront-open-source-initiatives

Zentyal

Had ik al eens een stukje geschreven over Zentyal? Ik heb het even nagezocht maar nee, dat is niet het geval.

Dat komt zo, ik heb er wel eentje maar dat was ik een beetje vergeten. Hij stond achter op een kast in het kantoor stof te verzamelen, wat natuurlijk helemaal niet goed is voor een Zentyal, maar je stoft een Zentyal nou eenmaal niet vaak af. Vorige week schakelden we over van een internetprovider die via de telefoonlijnen werkt naar een andere die niet via telefoonlijnen werkt, en daardoor moest ik weer een keer naar mijn Zentyal kijken.

De laatste keer dat ik hem opengemaakt had was 8 maanden geleden, na een stroomstoring. De daaropvolgende 240 dagen had de Zentyal gewoon gedaan wat ‘ie moest doen. Hij werkt namelijk als firewall en verdeelt het internet over al onze computers. Hij werkt als opslag van de bestanden van mijn vrouw die websites maakt. Er staat muziek op die we via alles behalve iTunes kunnen beluisteren. Er zitten een paar flink grote harddisks in zodat we er ook backups op maken.

Het is een vrij klein zwart kastje zonder scherm en toetsenbord dat verder helemaal niet opvalt. De hardware is een HP micro server, een prachtig en zeer stil apparaat dat ook bij ‘kamertemperatuur’ perfect blijft werken, met 4 harddisks van een Terabyte en 2 netwerkkaarten. Kost ongeveer 1000,- zonder de harddisks. De software is natuurlijk open source, en heet dus Zentyal. Gewoon downloaden op een stick of op CD branden, installeren, configureren en klaar.

Behalve firewall en data-opslag (die met Mac OSX en Windows werkt) kan Zentyal ook nog een hele reeks andere dingen doen – van email server tot chat, van gedeelde agenda tot VOIP, en van virtualisatie tot thin clients. Maar waarom ik zo blij ben met mijn Zentyal is dat hij het altijd doet, zonder reboots, vastlopers, onderhoud en ergernis.

http://www.zentyal.com/
http://en.wikipedia.org/wiki/Zentyal
http://planet.zentyal.org/

 

http://www.zentyal.com/

Basiskaart en Silverlight

De overheid heeft de basiskaart van Curaçao op Internet gezet. Er zijn drie versies, van eenvoudig tot complex wat betreft de mogelijkheden en gegevens die in de kaarten verwerkt zijn.

Een heel goed initiatief van de overheid, want hierdoor worden de gegevens die door overheidsdiensten verzameld zijn, toegankelijk voor de burgers. Dit ‘open data’ beleid is in de VS sinds Obama gemeengoed geworden. Denk vooral aan het voordeel dat studenten en non-profit organisaties kunnen halen door de beschikbaarheid van geografische data. Stichtingen voor jeugdwerk kunnen snel inzichtelijk kunnen maken in welke wijken de problemen voorkomen, of de verdeling van medische zorg in de wijken zichtbaar kunnen maken. Ook bedrijven kunnen gebruik maken van deze gegevens, bijvoorbeeld voor marketing. Tot zover dus een initiatief dat positieve economische gevolgen kan hebben en ook in de sociale en educative sector veel voordelen biedt.

Helaas is gekozen voor Microsoft® Silverlight™ om de basiskaart te tonen. U voelt het al aan: dat is geen open source. Voor Mac en Windows is Silverlight wel beschikbaar, voor Linux niet. Wel is er een alternatief voor Linux, namelijk het open source ‘Moonlight’, gebaseerd op Mono. Om een lang en ingewikkeld verhaal kort te maken: Microsoft heeft een omgeving gemaakt die dot-net (.NET) heet, maar die alleen op Windows werkt. Een groep open source ontwikkelaars probeert deze omgeving zo perfect mogelijk na te bouwen, maar dan zodanig dat het ook op Apple en Ubuntu gebruikt kan worden. Dat lukt maar gedeeltelijk, omdat Microsoft altijd een stapje voor is.

Microsoft probeert mensen afhankelijk te maken; wil je Silverlight kunnen gebruiken dan moet je Windows hebben. De overheid zou zich sterk moeten maken tegen deze koppelverkoop, en haar data niet publiceren in een ‘windows-only’ formaat. In dit opzicht kunnen wij veel leren van landen als Noorwegen en Engeland.

basiskaart.gobiernu.cw
www.mono-project.com
data.norge.no/nlod
www.data.gov/opendatasites

Essentie

Het komt regelmatig voor dat open source mij verbaasd en verwonderd, ook al ben ik er bijna 20 jaar mee bezig. Ik kan me best voorstellen dat een IT-er die nog geen kennis heeft gemaakt met open source, er wat vreemd tegenaan kijkt. En dat geldt dubbelop voor mensen die niet in de computerwereld zitten.

Misschien kun je open source het best vergelijken met muziek. Mensen die niet muzikaal zijn, kunnen toch genieten van de muziek die anderen maken. Muziek kan je raken, je kan muziek delen en muziek kan je leven veranderen.

Als je zelf zingt of een instrument bespeelt, merk je pas echt wat muziek met je kan doen. Talent of niet, je moet heel veel oefenen om goed te worden. En je moet goed luisteren naar anderen totdat je ze na kunt spelen, en daardoor technieken, melodiën en ritmes leert die je zelf kan gebruiken om je eigen stijl te maken.

Spelen met anderen is ook essentiëel. Dat kan onder leiding van een dirigent, maar dat kan ook zonder leiding, zodat een jam-sessie soms uitmondt in een unieke muziekervaring. Als muzikant merk je opeens dat het klikt, dat jij en de muziek één zijn en dat je dezelfde taal spreekt als je medemuzikanten. Dan opeens gaat de wereld voor je open.

Closed source is net als muziek die je wel kan zien maar niet kan horen. Je ziet de strijkstokken bewegen, monden open en dicht gaan, en drumstokjes door de lucht vliegen, maar je hoort geen toon of noot. Je kan er als muzikant (of programmeur) niet veel van leren.

Alleen als je toegelaten wordt tot het selecte gezelschap van het Metrosoft Symphony Orkest, dan pas hoor je wat er gespeeld wordt. En dat valt soms vies tegen. Want een echte muzikant, net als een echte programmeur, die steekt zijn of haar kunnen niet onder stoelen of banken. Die laat zien wat ‘ie kan.

www.paulgraham.com/hp.html
wiki:TAOCP
www.gnu.org/philosophy/right-to-read.html

Unity

Je hebt weinig aan een computer zonder interface.

Dit ‘tussengezicht’ speelt een cruciale rol in de communicatie tussen een mens van vlees en bloed en de kille wereld van de nullen en enen. De interface is als ware het (hopelijk vriendelijke) gezicht van het rekenmonster op je schoot of je bureau.

In de begintijd van computers, rond 1940, keken de echte pioniers naar gaatjes in een strook papier of naar vage lichtpuntjes op een televisiebuis. Er was geen muis maar wel een oneindige reeks schakelaars, draadjes en plugjes.

Gaandeweg werd dit beter, via ponskaartmachines en magrietwielprinters naar een toetsenbord en een groen scherm. De muis werd uitgevonden in 1964 en was van hout, en rond 1970 werd één van de eerste ‘windows’ interfaces uitgevonden door Xerox, later gekopieërd door Apple die in 1984 met de MacIntosh uitkwam en nog later door Microsoft.

Grafische interfaces die met een muis werken (van het merk Microsoft) zijn alomtegenwoordig. Toch wordt dit concept (van de muis) snel verdrongen door ‘touch’, waarbij je met je vingers rechtstreeks op het scherm werkt. In 1984 voorspelde Negroponte dat het gedoe met toetsenborden en groene lettertjes op het scherm snel zou veranderen en dat de muis één van de slechtste uitvindingen van de eeuw was.

Aanraakschermen waren in 1983 trouwens al beschikbaar, onder andere in de HP-150 en in een aantal modellen Buick auto’s. Pas in 2007 werd touch door de grote massa ontdekt met de introductie van de iPhone.

Unity is de interface van het open source besturingssysteem Ubuntu. Unity is ontworpen om op de desktop, laptop, smartphone en tablet te werken, zowel via touch als met de muis. Het biedt ook aan ontwikkelaars de juiste randvoorwaarden en gereedschap om programma’s te ontwikkelen die goed werken op alle soorten apparaten.

www.ted.com/talks/nicholas_negroponte_in_1984_makes_5_predictions.html
unity.ubuntu.com/

Open webOS

Via een relatie kwam ik terecht op een voor mij obscuur stukje software: open webOS. Dit operating system werd oorspronkelijk gemaakt voor de mobiele apparaten van Palm.

Wie kent ze nog, de Palm Pilot, de Treo, de Tungsten en de Zire? Het lijkt zo lang geleden maar schijn bedriegt; nog geen tien jaar geleden was Palm de grote leider op het gebied van de Pesonal Digital Assistants (PDA) en was het wennen aan het idee dat je afspraken en notities in een electronisch apparaatje stopte. Niet dat je ermee kon bellen of internetten, overigens.

PalmOS werd later webOS en toen HP het bedrijf Palm overkocht voor 1.2 miljard, nog geen drie jaar geleden, was de voornaamste reden om software te krijgen die HP op al haar aparaten (zoals de iPAQ) kon gebruiken. Apple heeft iOS, Samsung heeft Android, RIM heeft Blackberry OS, en HP heeft dus nu webOS.

Nog geen anderhalf jaar later werd webOS door HP open source gemaakt. Ga gerust even zitten en haal diep adem. webOS, waar via de aankoop van Palm 1.2 miljard dollar voor betaald is, werd binnen 18 maanden open source. Waarom? Omdat de markt voor smartphones en andere kleine apparaten vraagt om hele snelle ontwikkelingen en een heel breed gedragen platform. Android is zo’n platform geworden en streefde iOS en Blackberry OS in razend tempo voorbij.

HP wil ook zo’n breed gedragen platform en besloot dat dat alleen maar kan door de deuren wagenwijd open te zetten. Aan de ene kant omdat het miljoenen zou kosten om er zelf een groot programmeerteam op te zetten en aan de andere kant omdat er veel meer mensen zullen  meewerken aan het succes van webOS. LG, de fabrikant van onder andere smart-TV’s, werkt nu samen met HP om een open source systeem voor TV’s te ontwikkelen, zoals Google met Sony al doet met GoogleTV/Android.

Toch noem ik webOS een obscuur stukje software omdat het nog in de kinderschoenen staat, vrijwel geen marktaandeel heeft en nog weinig ontwikkelaars trekt. Aan de andere kant zals de ontwikkeling van smartTV’s een snelle vlucht nemen de komende maanden.

http://en.wikipedia.org/wiki/Open_webOS
http://en.wikipedia.org/wiki/Palm_(PDA)
http://en.wikipedia.org/wiki/Google_TV

Open Source Democratie

De macht aan de mensen!

Een bijna letterlijke vertaling van een woord uit het oude Griekenland. Niet dat het de Grieken veel geholpen heeft want ze zijn nu failliet door corruptie, het aannemen van teveel overheidspersoneel, gebrek aan financiële controle en begrotingstekorten. Als Griekenland het voorbeeld van een eeuwenoude democratie is, dan hebben wij op dit eiland de laatste jaren een flinke inhaalslag gemaakt.

De macht aan de mensen!

Maar hoe worden beslissingen genomen? In onze democratie (die eigenlijk een particratie is) mag je eens in de zoveel jaar gaan stemmen en aan de hand van het aantal stemmen worden de volksvertegenwoordigers gekozen. Deze vertegenwoordigen de hoogste macht in het land, maar de mensen hebben weinig invloed op beslissingen van het parlement totdat er weer verkiezingen zijn. In sommige landen is dit anders, daar worden voor relatief kleine zaken referenda gehouden.

In de wereld van open source software worden ook beslissingen genomen, soms op democratische wijze en soms juist helemaal niet.

Neem nou Linux, een essentieel onderdeel van het besturingssysteem, waarvan het heel belangrijk is dat er geen fouten in staan. Linus Torvalds, de originele bedenker ervan, gedraagt zich als een ‘goedaardige dictator’. Hij bepaalt namelijk wat er wel en niet veranderd wordt aan Linux. Een dictator dus, maar eentje die niet aan zijn eigen macht of inkomsten denkt, maar aan het verbeteren van Linux. Goedaardig dus, maar nog steeds een dictator.

Bij andere projecten worden beslissingen gemaakt op basis van consensus. Iedereen moet het met elkaar eens zijn, want iedereen kan een veto uitspreken. Vaak is dat niet werkbaar en daarom wordt er gewerkt met een ‘luie meerderheid’. In dat geval moeten er gewoon meer stemmen voor dan tegen zijn. Zelfs als er maar tien van de honderd mensen stemmen, kan een besluit genomen worden. Dit model bevordert betrokkenheid bij het besluitvormingsproces, ook als het om kleine veranderingen gaat. Als je het niet eens bent met de uitslag, dan had je beter kunnen gaan stemmen.

http://ant.apache.org/bylaws.html#Decision%20Making
http://en.wikipedia.org/wiki/Benevolent_Dictator_for_Life

Byte Me / Open Up

Rens van der Hammen, journalist bij Radio Hoyer en later bij het Antilliaans Dagblad, vroeg me op 1 maart 2010 om zijn column 'Byte Me' over te nemen. Deze verschijnt elke week in de zaterdagbijlage van het Antilliaans Dagblad (de AD Wikent). Op 20 maart werd het eerste stukje geplaatst.

De stukjes worden op deze blog ongeveer 1 week nadat ze in de AD Wikent verschijnen gepubliceerd. De column heet intussen Open Up.

Ace Suares

Archief