+5999 6780060 ace@suares.com
Select Page

Open Educational Resources (5)

Nadat we eerst naar hardware en software hebben gekeken en hoe die het kostenplaatje en het gebruik van ICT op scholen beïnvloeden, kijken we nu naar de menselijke factor.

Het is bekend dat niet iedere docent of leerkracht een even sterke affiniteit met ICT in de klas heeft. Hoewel intussen bijna iedereen beschikt over een computer, Internet en/of een smartphone of tablet, gaat niet iedereen hier even makkelijk mee om. Een aantal jaren geleden kreeg al het onderwijzend personeel de kans om een ‘digitaal rijbewijs’ te halen, maar helaas richtte dit programma zich vooral op het omgaan met Windows, Word en Excel. Ook werd er aan het bouwen van websites gewerkt met Frontpage, een programma van Microsoft dat nergens meer gebruikt wordt. Weinig aandacht was er in die tijd voor het gebruik van ICT in de klas. Dat was enkele jaren geleden ook veel moeilijker, omdat er minder educatieve software beschikbaar was en omdat er zeer weinig computers in de klas aanwezig waren. Computerles (zowel het omgaan met de computer als het gebruik van de computer voor educatieve doelen) speelde zich vooral af in een speciale ruimte, het computerlab of computerlokaal.

De laatste jaren is de situatie veranderd en zijn er meer computers in de klas, meer digitale borden en is er bijna overal internet. Ook de opkomst van de tablets zorgt voor een veranderende ICT omgeving op scholen. De meeste docenten en leerkrachten zijn hier echter niet op voorbereid. Het aanbod van kennis voor onderwijzend personeel richt zich vooral op een beperkt aantal producten, meestal Word en Excel, en op het gebruik van de door de schoolbesturen aangeschafte educatieve software. Echter, daarbuiten bevindt zich een groot scala aan gratis, al dan niet open, software, waarmee vele aspecten van ICT in het onderwijs vergemakkelijkt worden.

In ‘Boektweepuntnul’ worden meer dan 50 gereedschappen voor het onderwijs belicht vanuit de visie van docenten en leerkrachten. Ook op de site van UNESCO Open Educational Resources vindt je veel voorbeelden voor een open gebruik van ICT in de klas. Het is zaak dat het onderwijzend personeel leert om te zoeken, beoordelen en gebruiken, om zo zelf de beste combinatie samen te stellen om in de klas met behulp van ICT de educatieve doelen te bereiken.

boektweepuntnul.nl
curriki.org
oercommons.org

Open Educational Resources (4)

Nadat we vorige week naar de hardware en infrastructuur van ICT in het onderwijs gekeken hebben, bespreken we nu de software.

Microsoft Windows is marktleider op het gebied van besturingssystemen voor de PC. Het is dan ook niet raar dat je op de meeste scholen alleen maar Windows vindt en vrijwel geen Apple of Linux. De educatieve software (Alles Telt, Taalactief, etc) werkt alléén op Windows, en daarmee is ook gelijk het probleem duidelijk. Als je namelijk wilt besparen op software en hardware, is het niet goed om vast te zitten aan één merk en leverancier.

De laatste jaren zijn de makers van educatieve software gelukkig overgestapt op web-based applicaties. Dit betekent in principe dat op elk soort computer – met welk systeem dan ook – gebruik gemaakt kan worden van deze software. Hiermee verdwijnt de afhankelijkheid van Microsoft Windows.

In 2005 was er een proefproject om Linux thin clients te gebruiken, maar dat strandde deels omdat de educatieve software toch altijd weer Windows nodig had. Inmiddels heeft men op bijna alle scholen gekozen voor een Windows thin client. Deze zijn veel duurder dan de Linux versie, omdat er bij de laatste geen licentiekosten meespelen.

Nu de educatieve software bijna allemaal web-based is geworden, is het – over een jaar of twee – niet meer nodig om Windows thin clients te gebruiken. En dat is des te belangrijker vanwege de introductie van tablets. Op de huidige tablets (Apple, Android, Windows) werken de op Windows gebaseerde educatieve programma’s niet. Maar de web-based software juist wel! Daarom dient er beleid gemaakt te worden om alleen maar web-based educatieve software te gebruiken. Dit ‘bevrijdt’ ons van de afhankelijkheid van één leverancier en daarmee kan heel veel geld bespaard worden.

tinyurl.com/adtablets01
tinyurl.com/adtablets02
tinyurl.com/adtablets03

Open Educational Resources (3)

ICT in het onderwijs, hangt van drie kernfactoren af: hardware (infrastructuur), software, en de menselijke factor. Laten we nog even naar hardware en infrastructuur kijken.

De tijd van ‘de computer’ als een beige of zwarte box met een groot en dik scherm is voorbij. De dikke schermen zijn allemaal vervangen door LCD schermen, die veel minder straling geven, veel minder stroom gebruiken en haast geen warmte afgeven. Daarna kwamen de laptops met als nadeel dat ze snel kapot gaan en makkelijk gestolen kunnen worden. Reparatie is bijna niet mogelijk.

Langzaamaan is men begonnen met Thin Clients – hele kleine kastjes die de grote, logge kasten verjagen. Ze gebruiken minder stroom en geven minder wamte af, en ze maken minder geluid op de koop toe. Ook besparen ze flink op (software) onderhoud. Er is echter wel een bekabeld netwerk nodig.

Een paar jaar geleden dachten veel mensen dat alles wireless zou worden maar dat gaat niet helemaal op. Goede bekabeling is dus wel degelijk een kostenpost. En bij deze Thin Clients zit de rekenkracht in de servers, dus een goede serverruimte, stofvrij en gekoeld, is ook belangrijk.

De volgende stap, die er aan zit te komen, is het gebruik van tablets (goedkope touch-screen devices). Voormalig minister-president Schotte beloofde alle kinderen een iPad3, maar er zijn echt wel goedkopere ‘pads’ of ‘tablets’ op de markt (79 euro is tot nu toe de laagste prijs voor een bruikbare Android-based tablet). Tablets hebben alle voordelen van Thin Clients, plus dat ze wireless werken. Een nadeel is dat ze makkelijker gestolen kunnen worden en moeilijk te repareren zijn.

Volgende week kijken we naar de invloed van de hardware op de software en andersom.

tabletsforschools.co.uk
tinyurl.com/thinclientspdf

Open Educational Resources (2)

“Allereerst kan vrije software de scholen geld besparen. Zelfs in de rijkste landen is het budget van scholen meestal beperkt. Vrije software verleent scholen, net als andere gebruikers, het recht om de software te kopiëren en verspreiden zodat de school kopiëen kan aanmaken voor alle computers op school. In arme landen kan dit helpen om de digitale kloof te overbruggen.” Bovenstaande is een uitspraak van Richard Stallman, voorvechter van de wereldwijde ‘Free Sofware’ beweging.

In ons land vergelijken we onszelf niet graag met arme landen. ‘Ik neem geen voorbeeld aan Polen of Kenia’, zei een vriend laatst tegen me. Toch zijn de landen die in ontwikkeling zijn – India, China, Polen, Ecuador, om er maar een paar te noemen – juist interessant om naar te kijken en van te leren. Zij hebben geen last van de ‘remmende voorsprong’ waarbij men al vast zit aan een bepaalde keuze, een bepaald stramien, en bepaalde leveranciers. Stallman zegt ook, heel terecht, dat zelfs in de rijkste landen het budget voor scholen vaak beperkt is. Ook als we onszelf met Nederland, Zweden of de USA vergelijken, moeten we erkennen dat de bomen niet tot in de hemel groeien.

Hoe goedkoper ICT in het onderwijs en hoe meer open educational resources er beschikbaar zijn, hoe meer we kunnen doen met hetzelfde budget. Uruguay (ook zo’n land waar wij ons niet mee willen vergelijken) heeft voor alle 400.000 kinderen in het basisonderwijs een OLPC laptop gekocht (in 2009). Vergelijk dat met de huidige situatie (in 2013) in Curaçao, waar gemiddeld minder dan 1 computer per 15 leerlingen beschikbaar is. In Nederland (2011) praten we over 1 computer per 5 leerlingen. Waar willen we naar toe? Naar Ecuador met 1 computer per leerling, of naar Nederland met 1 computer per 5 leerlingen?

dutchcowboys.nl/opleidingen/23166
google: vier in balans
laptop.org/en/children/countries/uruguay.shtml

Open Educational Resources (1)

UNESCO is van mening dat universele toegang tot onderwijs de sleutel is tot het bouwen aan vreedzame en duurzame sociale en economische ontwikkeling. Open Educational Resources (OER) is een strategische keus om de kwaliteit van het onderwijs, alsmede de beleidsdialoog, kennisuitwisseling en capaciteitsopbouw te bevorderen en te verbeteren.

Open Educational Resources zijn lesmaterialen, lessen of onderzoeksmaterialen die zich in het publieke domein bevinden, of vrijgegeven zijn met een licentie die het mogelijk maakt om ze gratis te gebruiken, te bewerken en te verspreiden. Wat UNESCO eigenlijk zegt, is dat door het wereldwijd bevorderen van ‘open lesmateriaal’ dat ‘gratis toegankelijk’ is, de wereld een beetje beter wordt.

Bij het maken van lesmateriaal speelt software meestal niet zo’n grote rol. De kosten zitten hem in: een deskundige op het vakgebied; onderwijskundigen die het didactische aspect in de gaten houden; illustratoren die de methode mooi en met relevant beeldmateriaal aanvullen; projectleiders.

Op Curaçao werkt met in het Funderend Onderwijs met programma’s van grote Nederlandse uitgevers, zoals Ambrasoft, Alles Telt, en Taalactief, die vele tonnen hebben gekost. Echter, het beeldmateriaal, de voorbeelden, sommige woorden en uitdrukkingen, zijn allemaal op Nederland en de Nederlandse cultuur gericht. Als een kind drie ‘bomen’ moet tellen, lijken die op eiken of beuken en niet op wabi’s of divi-divi’s. Curaçao zou er goed aan doen om meer eigen methodes te ontwikkelen, waarbij het beeldmateriaal en desgewenst de instructietaal geheel eigen is. Daarbij kan open source sofware wel degelijk helpen, door een raamwerk te bieden waarbinnen educatieve software ontwikkeld kan worden.

http://tinyurl.com/adoer01
http://tinyurl.com/adoer02

 

 

Open Taal

Het project OpenTaal maakt ‘open’ Nederlandstalige taalhulpbestanden voor gebruik in Open Source projecten. Open Taal werkt aan spellingcontrole, woordafbreking, synoniemenlijsten en grammaticacontrole.

De woordenlijst van OpenTaal werd oorspronkelijk onder de LGPL verspreid, een open source licentie die een aantal restricties kent. Om het gebruik van de woordenlijst te verbreden is besloten om de woordenlijst vrij te geven onder de licenties BSD en Creative Commons Naamsvermelding. Betrokkenen hebben hiervoor hun toestemming gegeven.

De Nederlandse Taalunie (NTU) houdt de officiële woordenlijst bij, die te vinden is op woordenlijst.org. Deze lijst is *niet* vrijgegeven onder een open source licentie, maar mag wel gebruikt worden om een ‘open’ woordenlijst samen te stellen.

Open Taal verzamelt woorden die aangeleverd worden door ‘gewone’ gebruikers van de taal. Eens per jaar worden de nieuwe woorden aangeboden aan de NTU. Goedgekeurde woorden worden vervolgens aan de woordenlijst toegevoegd. Dus, Open Taal helpt de Nederlandse Taal Unie met het toevoegen van woorden aan de officiële woordenlijst.

In Curaçao is de Fundashon pa Planifikashon di Idioma (FPI) verantwoordelijk voor de officiële woordenlijst. De FPI heeft deze lijst in 2011 gepubliceerd onder een Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 3.0 Unported License.

De Stichting Curaçao Open/Fundashon Kòrsou Habrí (SCO/FKH) heeft op basis daarvan een spellingcontrole gemaakt voor de Open Source tekstverwerkers OpenOffice en LibreOffice. Manuel Ortega uit Spanje (notabene) heeft van de woordenlijst spellingcontrole gemaakt voor Thunderbird en Firefox, waardoor men nu ook op Internet papiamentstalige spellingcontrole heeft (bijvoorbeeld voor bijdragen op Facebook en in e-mails).

Een groep in Nederland onder leiding van Urso Wieske werkte aan de vertaling van de software voor de OLPC, waardoor Curaçao middels het One Laptop Per Child project ook beschikking krijgt over papiamentstalige digitale leermiddelen. Dit initatief wordt middels financiering door UNESCO dit jaar een grote stap verder geholpen.

opencuracao.com
opentaal.org
www.fpi.cw
translate.sugarlabs.org/pap

OpenEMR

OpenEMR is een (gratis) open source electronisch patientendossier (EPD) en medische praktijk management software.

OpenEMR houdt gegevens van patienten bij, kan recepten uitdraaien, er zit een agenda in, die ook direct gebruikt kan worden om controle afspraken met de patient te maken, en is web-based, zodat het op alle platformen (Windows, MacOS, Linux en tablets) werkt. OpenEMR is in de VS gecertificeerd als ‘ONC Complete Ambulatory EHR’ door de overheid.

Het project wordt ondersteund door een actieve gemeenschap van gebruikers en ontwikkelaars en is één van de populairste EPD’s van dit moment.

In Curaçao gebruiken nog lang niet alle huisartsen en specialisten een EPD, waardoor registratie van patienten en uitwisseling van gegevens vaak te wensen over laat. De huisartsen die wel een EPD gebruiken zijn gebonden aan twee of drie leveranciers van gesloten software, die zeker niet gratis is.

De verenigde huisartsen en specialisten zouden een grote verbetering en kostenbesparing kunnen bewerkstelligen als men samen voor 1 systeem zouden kiezen.

Echter, OpenEMR is in eerste instantie gericht op de Amerikaanse markt, en zal voor de situatie in Curaçao aangepast moeten worden. Hiervoor zullen programmeurs en software architecten en designers ingehuurd moeten worden. Maar, zoals met alle Open Source software, staan deze programmeurs niet alleen en putten uit een grote groep wereldwijde gebruikers en ontwikkelaars. Dit vergroot de kwaliteit, de veiligheid, stabiliteit en continuïtiet van de software.

Uitwisseling van gegevens is gebaseerd op een gezamelijke, open standaard waardoor ook aansluiting gezocht kan worden bij gespecialiseerde medische software en andere medische sectoren zoals apothekers en toeleveranciers.

Ziekenhuizen, huisartsen en medisch specialisten doen er goed aan een grondig onderzoek te wijden aan een open source medisch registratiesysteem zoals OpenEMR.

open-emr.org/
oncchpl.force.com/ehrcert/CHPLHome

Obama en Open Data

Op 9 mei 2013 kondigde president Obama een ‘Executive Order’ aan, waarin gegevens verzameld en geproduceerd door de federale regering van de Verenigde Staten meer open  en toegankelijk worden voor het publiek. Het doel hiervan is innovatie te stimuleren, economische groei te bevorderen en de overheid transparanter te maken. De gedachte hierachter is dat informatie een waarde heeft, en dat die waarde vermenidvuldigd wordt als de informatie beter toegankelijk is.

Obama noemt dit een historische gebeurtenis, omdat deze gegevens nooit eerder publieklijke toegankelijk zijn geweest. Hij verwacht dat ondernemers en onderzoekers er ‘behoorlijk verrassende dingen mee doen’ en dat er een toename zal zijn van het aantal banen doordat nieuwe diensten mogelijk worden.

Al eerder werden bepaalde gegevens openbaar gemaakt, zoals onder andere meteorologische gegevens. Dit leidde tot een hele nieuwe tak van industrie, zoals ‘the Weather Channel’, diverse adviesdiensten voor de agrarische sector, en nieuwe verzekeringsproducten. Ook het vrijgeven van GPS data (voor plaatsbepaling, iets wat eerst alleen een militaire aangelegenheid was) heeft vele innovaties opgeleverd, zoals navigatiesystemen voor vliegtuigen en populaire op locatie gebaseerde software, zoals Foursquare en vele andere. Deze nieuwe industrie levert vele miljarden dollars per jaar op. Obama wil daarom meer data vrijgeven, omdat er duidelijk een economische impuls uitgaat van open data.

Op Curaçao heerst eerder een cultuur van het vooral beschermen van gegevens. Zo is het nog steeds niet mogelijk een basiskaart van Curaçao te verkrijgen met daarin de grenzen van alle wijken en buurten, of de ruwe data van de census op te vragen. Gegevens over aantallen studenten worden heel selectief verstrekt, en ook de zorgsector op Curaçao zou veel baat hebben bij openbaarheid van bepaalde, niet-privacy gevoelige data.

In de VS wordt behalve open data, ook open source software beschikbaar gesteld waarmee die data bewerkt kan worden, zodat het voor een ondernemer nog makkelijker is om geld te verdienen of een publieke dienst aan te bieden.

tinyurl.com/adopendata01
tinyurl.com/adopendata02
opendatanederland.org

Open Source in Space

Het was een drukke week in open source land. Niet in het minst omdat een medewerker van Microsoft uit de school klapte en bekend maakte dat Windows langzaam is, langzamer dan het gratis open source besturingssysteem Linux.

De reden daarvan is dat er binnen Microsoft geen cultuur heerst van dingen mooier en beter maken. De enige reden om dingen te doen is om geld te verdienen. Hij legde uit dat Microsoft weinig aandacht aan security besteedde, totdat de veiligheidsproblemen een gevaar werden voor de omzet. Maar snelheid is geen gevaar voor de verkopen, zei hij, en daarom doet niemand zijn best om Windows sneller te maken.

Open source is een cultuur, een beweging, en een ontwikkelmodel, die zijn vruchten afwerpt in betere, snellere en veiligere software, juist omdat er niet naar winst en marketing gekeken wordt.

Instussen heeft de NASA besloten de laptops die in het International Space Station (ISS) gebruikt worden, te bevrijden van Windows en te voorzien van Debian Linux. Voornaamste reden: als er iets mis gaat, willen we zelf de mogelijkheid hebben om software aan te passen en te verbeteren, aldus de astronauten. Naast de laptops met Linux, gaat er ook een robot mee die door Linux aangestuurd wordt. Een andere reden om over te stappen op Linux, is dat de computers aan boord van het ISS een keer zijn geïnfecteerd door een door een Russische cosmonaut meegebracht Windows-virus.

NASA gebruikt Linux en andere open source software bijna overal: in robots, voor data-analyse, voor het ontvangen van gegevens van satelieten, en de vele ‘ground stations’ gebruiken allemaal Linux voor het traceren van ruimteobjecten en communicatie. Ook ontwikkelt NASA zelf open source software die ze via hun website vrijgeeft.

Vreemd dus dat er op de UNA nauwelijks aandacht wordt besteed aan open source software. Hoe kun je ooit een baan bij NASA krijgen (of bij Google, Facebook, IBM) als je tijdens je hele studie nog nooit met open source te maken hebt gehad? Wordt toch eens wakker, Curaçao!

blog.zorinaq.com/?e=74
tinyurl.com/adnasa01
tinyurl.com/adnasa02
www.100tb.com/blog/?p=485

Geweertjes printen?

Ooit naar Star Trek gekeken? Dan kent u vast de Replicator. Een machine die alles kan maken wat u wenst! Een kopje Ceylon Thee? U hoeft het woord maar uit te spreken en de thee staat al dampend voor u klaar, met kopje en al. Pure science fiction natuurlijk, in 1966 tenmiste, toen Gene Roddenbeery de eeste aflevering op de Amerikaanse TV liet zien.

In 2001 heeft het Massachusetts Institute of Technology, beter bekend als MIT, via haar Center for Bits and Atoms (CBA), de weg vrijgemaakt voor het daadwerkelijk ‘printen’ van 3D objecten. Intussen heeft deze techniek een grote vlucht genomen en is zelfs voor een beperkt budget mogelijk geworden voor de gewone mens. In Curaçao heeft Stimul-IT een Creative Lab opgezet waarin iedereen die zich aanmeldt kleine plastic objecten kan maken. Maar intussen is men ergens anders in de wereld bezig om nieren, auto’s of huizen te printen!

Sinds begin mei van dit jaar is het de Texaan Cody Wilson (25 jaar) gelukt om een wapen te printen. In een online video wordt het proces uitgelegd en een demonstratie gegeven van het daadwerkelijk afvuren van dit pistool. De instructies om een ‘plastic gun’ te maken zijn open source, en dus voor iedereen vrij te downloaden, kopieëren, en te verbeteren. En meer dan 100.000 keer gedownload voor de regering de website weghaalde.

Is dit een goede ontwikkeling? Het idee dat Jan en Alleman met een relatief kleine investering over een ongelimiteerd aantal wapens kan beschikken is beangstigend. In de USA is men nu ook met man en macht bezig om nieuwe wetten te maken en de discussie over wapens wordt op zijn kop gezet.

Maar, zoals met alle ‘vooruitgang’, is er geen weg terug.

makerbot.com
tinyurl.com/adgun01
tinyurl.com/adgun02

Byte Me / Open Up

Rens van der Hammen, journalist bij Radio Hoyer en later bij het Antilliaans Dagblad, vroeg me op 1 maart 2010 om zijn column 'Byte Me' over te nemen. Deze verschijnt elke week in de zaterdagbijlage van het Antilliaans Dagblad (de AD Wikent). Op 20 maart werd het eerste stukje geplaatst.

De stukjes worden op deze blog ongeveer 1 week nadat ze in de AD Wikent verschijnen gepubliceerd. De column heet intussen Open Up.

Ace Suares

Archief