Gratis Onderwijs
Kan de overheid door bezuinigingen op software geld vrij maken voor onderwijs?
Gratis onderwijs is een heet hangijzer. In Guyana, een buurland van Suriname, is het lager en voortgezet onderwijs gratis. En de inschrijving aan de Universiteit kost slechts 600 USD per jaar, inclusief boeken. Het kán dus blijkbaar wel. Bestrijding van inefficiëntie is ook een manier om kosten te besparen. En meestal betekent dat ver doorgevoerde automatisering. Papierloze kantoren. Perfecte onderlinge communicatie. Centraal beheerde servers met ‘thin’ workstations, en zoveel mogelijk web-based applicaties. Uiteindelijk kan volstaan worden met iets als een Chromebook of Android Tablet voor de meeste werknemers. Veel minder onderhoud! Geen virussen! Cloud-based oplossingen zijn op de lange duur ook goedkoper.
Een andere post waar flink op bespaard kan worden is licentiekosten. Een ambtenaar belast met IT rekende mij voor dat de overheid ruim 12 miljoen per jaar aan licenties betaalt. Maar als je alle stichtingen en overheids NV’s meerekent, loopt dit bedrag wellicht op tot iets tussen 19 en 30 miljoen per jaar. Geld wat rechtstreeks naar het buitenland verscheept wordt zonder dat je er echt iets voor terugkrijgt. Als we daar eens op zouden gaan besparen (door meer open source te gebruiken) kunnen we al een groot deel van het gratis onderwijs bekostigen. En wie weet, wel een voorbeeldland worden in het Caribisch gebied.
https://opensource.com/education/16/8/open-source-textbooks
https://www.gnu.org/education/edu-schools.en.html
Alle software op één hoop
‘Linus is een kanker’. Het is juni 2001 en Steve Ballmer, CEO van Microsoft Corp., zegt dat open source de software industrie zal vernietigen. Fast-forward naar 2017, waar de grootste software bedrijven niet alleen open source gebruiken en ondersteunen, maar zelfs delen van hun eigen software vrijgeven. Via IBM, die al in 2000 een miljard dollar in open source investeerde, naar Google, die een wereldwijd advertentienetwerk bouwde op basis van open source programma’s. Apple kwam in 2002 met OS X, gebaseerd op FreeBSD, een op UNIX gebaseerd open source besturingssysteem. Google kwam in 2008 met Android, op Linux gebaseerd, voor smartphones en tablets. Chrome en Firefox zijn open source en Safari is gebaseerd op Webkit. De lijst is werkelijk eindeloos.
Open source is van een randverschijnsel ‘voor hippies en communisten’ opgeklommen tot de wereldstandaard in software ontwikkeling. Steve Ballmer is al lang weg als topman van Microsoft en vervangen door Satya Nadella, die er sinds 2014 de scepter zwaait. Nadella heeft verklaard dat Microsoft open source met open armen verwelkomt. Een flinke ommezwaai sinds het manische gebrabbel van Steve Ballmer.
Microsoft heeft niet alleen vele bijdragen geleverd aan open source maar ook delen van Microsoft software vrijgegeven. En sinds kort zijn de open source operating systemen Ubuntu, Fedora en Suse beschikbaar in de Windows Store. Dat betekent dat iedereen deze systemen kan installeren binnen Windows. Dit was altijd al mogelijk via virtualisatie, maar Windows heeft nu een speciale Linux omgeving ingebouwd waardoor het allemaal nog makkelijker wordt. Linux programma’s kunnen dus straks op Windows draaien. Google heeft in haar Chromebook, een op Linux gebaseerde laptop, de mogelijkheid ingebouwd om Android apps te installeren. En in feite zijn we nu bijna in een tijdperk aangeland waar alle software op alle systemen kan werken. Nog niet helemaal, want Apple en Windows software draait nog niet op andere systemen, maar Android software (apps) kunnen nu via Chrome en Linux op Apple en Windows aan de slag. Nog een paar jaar en je ‘app’ draait op alle platforms, van Windows PC’s tot Apple iPads en Samsung smartphones. De ‘open software’ wereld wordt werkelijkheid, en de gebruiker kiest apps niet meer op basis van systeemsoftware, want ze draaien overal!
Doehetzelf Streetview
Kent u Streetview van Google? Daarmee kun je in de meeste grote steden van de wereld virtueel rondlopen. Google heeft in al die steden een auto met een camera rond laten rijden om de grote en bekende straten te fotograferen en online te zetten. Broadway, de Champs-Élysées, La Rambla, Via Dolorosa, Chandni Chowk… slechts een paar klikken met de muis en je loopt door die beroemde straten.
Leuk als je op vakantie gaat naar één van die plekken, en een geweldig middel voor het onderwijs. Je laat de kinderen als het ware meereizen met Google door de hele wereld. Niet alleen grote en beroemde straten zijn te vinden, maar ook een Beethovenstraat, een Hoofdweg, en de Kerkstraat. Van grote steden tot kleine dorpjes, het is allemaal te vinden op Google Streetview. Behalve Curaçao… en vele andere gebieden waar het commercieel niet interessant is om de Google camera-auto rond te laten rijden.
Daarom zijn de mensen van Mapillary op het idee gekomen om een ‘doe-het-zelf’ streetview te maken. Helaas geen open source, maar wel gebaseerd op de open kaarten van openstreetmap. Zoals u al weet is Curaçao nauwelijks ingevuld op de kaarten van Google (Google Maps) en er zijn al meer dan 200 mensen bezig om Curaçao op de kaart van Openstreetmap te zetten.
Vorige week hebben 16 docenten onder leiding Milo van der Linden, geolocatie-expert, de Prins Bernhardschool op de kaart gezet. Mapillary werkt door gebruik te maken van de GPS informatie in de foto’s van je mobiele telefoon. Nadat je de app geïnstalleerd hebt (met twee ‘l’-en in de naam!) kun je door een straat lopen en foto’s maken. Deze foto’s kun je dan uploaden en ze verschijnen dan op de juiste plek op de kaart. Het hele gebied rond de Prins Bernhardschool is tijdens de workshop in kaart gebracht, en inmiddels verschijnen er her en der ook andere straten op de kaart.
https://www.mapillary.com/app/?lat=12.146388373681603&lng=-68.92384650103963&z=17.802048409390824&focus=map
https://www.mapillary.com/(zoek naar CABIMASWEG)
https://www.google.com/streetview/
School op de kaart!
Vandaag gebeurt er alweer iets bijzonders op de Prins Bernhardschool in Rio Canario. De open source geolocatie expert Milo van der Linden (NL) geeft een workshop ‘zet je school op de kaart’.
Milo is geen onbekende in Curaçao. In 2013 gaf hij in het kader van de door UNESCO gefinancierde conferentie ‘ICT & Education’ een workshop. Samen met 13 leerlingen van het voortgezet onderwijs en 5 docenten zette hij een deel van Otrobanda op de kaart. Een online kaart wel te verstaan.
De meeste mensen kennen Google Maps wel, maar Google investeert alleen in gebieden waar geld te verdienen valt. In Amsterdam en New York is elke vierkante meter in kaart gebracht, maar Curaçao bevat vele lege gebieden. In het project ‘Openstreetmap’ kan iedereen zelf de kaart aanvullen. Deze open kaart wordt gebruikt in onder andere Maps.me, waardoor je op Curaçao de weg kan vinden, iets wat met Google Maps niet lukt.
Gebouwen op de openstreetmap kaart zetten is heel eenvoudig, want de meeste smartphones beschikken over GPS en deze gegevens kunnen vrij gemakkelijk overgebracht worden op de openstreetmap kaart. Als je een vergelijking maakt tussen openstreetmap en Google, dan zie je direct het verschil. En dat verschil wordt gemaakt door gewone mensen die met eenvoudige technieken een bijdrage leveren.
In de workshop leren de docenten de begrippen kennen, zoals ‘geolocatie’, ‘GPS’ en ‘fieldpapers’. Daarna gaan ze in groepjes de straat op, om daarna de verzamelde gegevens op de kaart te zetten. Hopelijk worden de docenten zo geïnspireerd dat ze dit proces ook met hun leerlingen gaan doorlopen, zodat elke school op Curaçao straks op de kaart staat. Leerlingen leren op deze manier hun omgeving kennen, maar ook dat ze kunnen bijdragen aan een wereldwijde kaart die door vele anderen gebruikt wordt.
http://www.openstreetmap.org/#map=5/51.500/-0.100
http://www.openstreetmap.org/way/267431608
Open Hersenen
Elon Musk – de man van de zelfsturende Tesla auto’s – heeft een nieuw bedrijf opgericht. Via een implantaat wil hij het menselijk brein aan de computer koppelen. In eerste instantie om mensen met hersenbeschadiging te helpen, maar ongetwijfeld ook om zijn auto’s te voorzien van een menselijk trekje.
Voor wie niet op Musk kan wachten is er de ‘Ultracortex’. Dit is een apparaat dat je op je hoofd zet en hersenactiviteit zichtbaar maakt op de computer. Een doe-het-zelf EEG dus. Het bedrijf OpenBCI heeft de Ultracortex bedacht. OpenBCI maakt apparaten en software waarbij je zelf je hersenactiviteit (EEG), hartactiviteit (ECG) of spierspanning (EMG) kan meten.
De Ultracortex kan via een 3D printer geprint worden. Met behulp van ‘droge’ sensoren kan het apparaat binnen 30 seconden geplaatst worden en werken. Volgens OpenBCI is het belangrijk om deze techniek in handen van de massa te leggen, want net als met open source software zien vele ogen meer dan een enkeling. Door de techniek bereikbaar te maken voor het grote publiek zullen er ook uitvindingen en ontdekkingen gedaan worden buiten de grote researchcentra. En uiteraard is het een prachtig apparaat voor armere landen.
De Ultracortex gebruikt een Arduino-compatible CYTON board, die geheel open source is. De blauwdrukken van dit minicomputertje kunnen gedownload worden en je kan hem zelf in elkaar zetten. Uiteraard kan je het CYTON board ook kant en klaar kopen, voor ongeveer duizend gulden. Ook de Ultracortex kan je kopen, zowel kant en klaar als alleen de onderdelen, de rest kan je dan zelf printen. De software is ook open source, en laat heel duidelijk hersenactiviteit zien. Behalve er naar kijken kan je er dan ook dingen mee besturen!
https://www.wevolver.com/conor.russomanno/ultracortex/part-2/description/
Gratis Wereld
Microsoft – inmiddels mijn favoriete open source bedrijf – heeft software om drones te trainen voor iedereen toegankelijk gemaakt. Drones worden steeds vaker ingezet voor alledaagse taken, zoals het bezorgen van postpakketjes. Het is dan wel handig als de drones ‘zelfvliegend’ zijn, zodat ze zelf hun weg kunnen vinden door het landschap.
AirSim, de nieuwe open source software van Microsoft biedt een realistisch landschap, een virtuele wereld met bomen, huizen en heuvels maar ook schaduwen van een ondergaande of opkomende zon. Drones kunnen in deze virtuele wereld leren vliegen. En als ze dan een keer tegen een muur te pletter slaan dan kost dat niets.
Microsoft zegt dat het hoopt de “democratisering van robotica” te bevorderen door het aanbieden van deze software als open source. Individuen, onderzoekers en bedrijven kunnen systemen testen zonder te hoeven investeren in een dure virtuele omgeving. De simulator maakt gebruik van ontwikkelingen in de technologie om nauwkeurige virtuele versies van de echte wereld in detail weer te geven, zoals schaduwen, de schittering van de zon, en mistbanken. De software kan ook gebruikt worden om zelfrijdende auto’s te testen.
AirSim is gebaseerd op de Unreal Gaming Engine. Het is dus niet zo dat Microsoft een complete virtuele wereld beschikbaar stelt, maar eerder een plugin voor Unreal zodat drones kunnen leren vliegen. De Unreal Gaming Engine is een complete gereedschapset voor ontwikkelaars van spelletjes en 3D werelden. Ook Unreal is open source, maar met een twist: 5% van de winst die een spel oplevert, gaat naar Unreal. Voor wetenschappelijke en educatieve toepassingen is Unreal gratis. Unreal is zo geavanceerd dat het gebruikt kan worden binnen de architectuur (om 3D modellen van gebouwen te maken) en om soldaten en politie te trainen.
https://www.unrealengine.com/ue4-on-github
https://github.com/Microsoft/AirSim
https://blogs.microsoft.com/next/2017/02/15/microsoft-shares-open-source-system-training-drones-gadgets-move-safely/#sm.0009ck4qh1bpaf25sc52nv0bonocl
Zentyal
Had ik al eens een stukje geschreven over Zentyal? Ik heb het even nagezocht en inderdaad, dat was in 2013.
Dat komt zo, ik heb wel een Zentyal maar dat vergeet ik het liefst. Hij stond achter op een kast in het kantoor stof te verzamelen, wat natuurlijk helemaal niet goed is voor een Zentyal, maar je stoft dit soort dingen nou eenmaal niet vaak af. Misschien kunt u zich het niet voorstellen, maar wij in Otrobanda hebben altijd stroom. Aqualectra schakelt niet in onze wijk. Maar vorige week kwam er iemand lassen, en prompt sloegen de stoppen door en daardoor moest ik weer een keer naar mijn Zentyal kijken.
De laatste keer dat ik hem opengemaakt had was toen ik van internetprovider wisselde, in 2013 dus. De daaropvolgende 1000 dagen had de Zentyal gewoon gedaan wat ‘ie moest doen. Hij werkt namelijk als firewall en verdeelt het internet over al onze computers. Hij werkt als opslag van de bestanden van ons websitebedrijf en onze projecten. Er staat muziek op die we via alles behalve iTunes kunnen beluisteren. Er zitten een paar flink grote harddisks in zodat we er ook backups op maken.
Het is een klein zwart kubusvormig kastje zonder scherm en toetsenbord dat verder helemaal niet opvalt. De hardware is simpel en niet eens zo heel krachtig. Vier harddisks van een Terabyte en twee netwerkkaarten, het geheel kost nog geen 1500,-. De software is natuurlijk open source, en heet dus Zentyal. Gewoon downloaden op een stick of op CD branden, installeren, configureren en klaar.
Behalve firewall en data-opslag (die ook met Mac OSX en Windows werkt) kan Zentyal ook nog een hele reeks andere dingen doen – maar dat interesseert me niet. Het belangrijkst is dat het veilig is en altijd werkt. En dat doet een Zentyal: dag en nacht, week na week, jaar na jaar zonder onderbrekingen, vastlopers, onderhoud en – zonder ergernis.
Kodi
TV kijken via je computer? Kodi is een gratis en open source media player ontwikkeld door de XBMC Foundation. Kodi is beschikbaar voor bijna alle besturingssystemen en draait moeiteloos op OS X, Windows, Android, Ubuntu en Linux. Met Kodi kan je foto’s bekijken, muziek luisteren, video’s afspelen en TV kijken (streaming). Kortom, een alternatief voor Windows Media Center.Het leuke aan Kodi is dat het ook op hele kleine computers werkt, zoals de Raspberry Pi, een computer van onder de 80 gulden.
Op Internet zijn vele ‘plugins’ te vinden voor Kodi, waardoor het aanbod aan TV kanalen heel groot is. Zo is er een plugin voor het NOS journaal, die elke dag via ‘uitzendig gemist’ het Nederlandse 8 uur journaal opzoekt. Geen lastig gedoe met een website, gewoon via de afstandsbediening klikken op het kanaal ‘8-uur-journaal’. Zo zijn er ook kanalen voor bepaalde series, waardoor je geen uitzending mist. En natuurlijk live (streaming) kanalen van diverse TV- en radiozenders. Ook online diensten zoals Amazon Prime Instant Video, Crackle, Pandora Internet Radio, Rhapsody, Spotify en YouTube kunnen door Kodi afgespeeld worden.
De software is ooit begonnen als een media player applicatie voor de XBox, genaamd Xbox Media Center (afgekort als XBMC). In 2014 werd de naam veranderd in Kodi. Omdat Kodi op zoveel verschillende systemen werkt, wordt het ook gebruikt in allerlei apparaten, waaronder smart tv’s, set-top boxes, digitale reclameborden en hotel tv-systemen. Kodi is vergelijkbaar met IPTV en Roku, maar speelt alleen af wat vrij via Internet beschikbaar is (legaal of niet). Als die ene voetbalwedstrijd niet op Internet te vinden is, dan kan Kodi die ook niet afspelen of streamen. De kwaliteit hangt natuurlijk ook af van je internetverbinding. Maar voor nog geen 100 gulden inclusief computer is de Kodi een hele mooi aanwinst voor iedereen die graag voor de buis zit.
https://kodi.tv/
https://play.google.com/store/apps/details?id=org.xbmc.kodi&hl=en
https://superrepo.org/get-started/
Fabschoolino
Techniek in het onderwijs bevorderen, dat is het doel van de Fabschoolino. Voor 20 euro krijg je een doosje met losse onderdelen, een paar chips, wat draadjes en een handleiding. Eén van die onderdelen is een heuse Arduino, een microcontroller die de kern vormt van drie projecten die je met de Fabschoolino kan bouwen. Als je na die drie projecten de smaak te pakken hebt kan je op Internet nog wel driehonderd projecten vinden, of je eigen fantasie laten gaan.
Het leuke aan de Fabschoolino is dat het elektronica combineert met programmeren. Als jongen van 15 snapte ik helemaal niks van elektronica. Mijn buurman was een whizzkid op dat gebied. Hij bouwde van een koekblik, een Philips EL84 radiobuis en een paar weerstanden een 10 Watt AM radiozender die zowat alle communicatie in de hele buurt plat legde. Rond diezelfde tijd kreeg ik via school te maken met de programmeerkunst: nette opdrachten en afspraken die naar een voorspelbare uitkomst leiden.
Geen geknoei met anodes, soldeerbouten en de ‘som der toleranties’. Fabschoolino biedt het beste van beide werelden. Aan de ene kant heb je de elektronica, de hardware dus, en aan de andere kant de software die de hardware bestuurt. Als je met hardware een knipperlicht wil bouwen, dan kan dat. Als je daarna de knippersnelheid wil veranderen, dan moet je een onderdeel vervangen – soldeerbout erbij. De combinatie van hard- en software zorgt ervoor dat je een knipperlicht kan bouwen, waarbij de snelheid van het knipperen veranderd kan worden door het programma aan te passen. En dat maakt de Fabschoolino nou nét even iets leuker dan alleen maar een bergje elektronica.
http://waag.org/nl/project/fabschoolino
https://en.wikipedia.org/wiki/EL84
https://www.arduino.cc/
Thor
Thor is een Open Source robot-arm die je kan printen met een 3D printer. Thor is ‘6DOF’ en heeft dus zes vrijheidsgraden. Een kantoorstoel is 2DOF, want die kan naar links en rechts draaien en hoger of lager afgesteld worden. Deze robotarm kan ook nog zijn pols draaien, zijn elleboog knikken, zijn schouder draaien en met een grijper-achtige hand dingen pakken en loslaten. Thor is 62 cm hoog en kan anderhalf pond gehakt tillen (750 gr).
Het project startte een jaar geleden als einddiploma project van Angel Muro, genaamd “Ontwerp en prodcutie van een open source en 3D-printbare robotarm met zes vrijheidsgraden”. Het voornaamste doel van dit project is om een robotarm te maken die op universiteiten en in scholen gebruikt kan worden voor robotica-onderwijs in plaats van het gebruik van simulatiesoftware. Een ander doel was om het betaalbaar te houden, en dat is gelukt want de robotarm met alle materialen kost ongeveer 700 gulden.
Angel koos ervoor om het project Open Source te maken, want hij wil iedereen de kans geven om de arm te bestuderen, te wijzigen en te verbeteren. De arm is dan ook helemaal ontworpen met gebruik van Open Source software. Op deze manier kan iedereen de bestanden openen en wijzigen zonder eerst een duur softwarepakket te moeten aanschaffen. Er is dus geen enkele reden waarom jij, jouw school, of jouw universiteit, Thor niet zou kunnen betalen of bestuderen! Behalve Thor zijn er nog best veel andere 3D-printbare open source robotarmen: BCN3D MOVEO, Betabot van Andreas Hoelldorfer, en de 3D arm van Instructables.
https://www.wevolver.com/angel.muro/thor-open-source-3d-printable-robotic-arm/main/description/
https://en.wikipedia.org/wiki/Six_degrees_of_freedom
https://hackaday.io/project/3800-3d-printable-robot-arm
https://www.bcn3dtechnologies.com/en/bcn3d-moveo-the-future-of-learning/
http://www.instructables.com/id/3D-Printed-Robot-Arm/