+5999 6780060 ace@suares.com
Select Page

Dot Net

Open Source is een kanker. Dat zei Steve Ballmer, opvolger van Bill Gates, in 2001. Open Source was ‘een kanker die zich vastbijt in Intelectueel Eigendom’.

In 2010, een hele korte tijd in software termen, doet Microsoft volop mee aan Open Source. Niet altijd eerlijk, maar daarover een andere keer. Vandaag gaat het over Dot Net.

Als je een beetje rondkijkt op Internet en ook in restaurants, zie je steeds vaker Dot Net applicaties. Dot Net applicaties zijn gebaseerd op een (gesloten) Microsoft concept, dat veel lijkt op Java (1995, nu van Oracle). Hoewel Java (en Dot Net) inefficiente programmeertalen zijn, werken ze op elk platform (Mac, Linux & Windows) doordat ze een ingebouwde ‘vertaler’ (interpreter) hebben die de software omzet naar het gewenste platform. En dat was een hele goeie zet van Sun destijds, want de behoefte aan software die op ‘alles’ werkt is nog steeds enorm. Tegenwoordig doet Adobe met ‘Air’ ook een aardige duit in het zakje.

Dot Net is ‘platform-onafhankelijk’. Jammer dat Microsoft alleen een versie voor Windows heeft ontwikkeld en nooit voor Mac of Linux. De platform-onafhankelijkheid zit hem in het ontwerp; maar in de implementatie is er helemaal geen onafhankelijkheid. De taal die speciaal ontwikkeld is voor Dot Net is C# (spreek uit: C-sharp) en deze taal is wel een Open Standaard, door ISO en ECMA geratificeerd.

Opmerkelijk is dat software geschreven voor Dot Net in C# soms wel Open Source is: bijvoorbeeld DotNetNuke. DotNetNuke is een Content Management System, waarmee je snel en efficient websites kan maken, net zoals QwikZite, Joomla, WordPress, Drupal en Typo3. DotNetNuke is formeel Open Source sinds 2006. Een open source alternatief voor Dot Net is Mono, ontwikkeld door Novell. Het is dus mogelijk om Open Source applicaties op een gesloten platform te gebruiken, en andersom.

http://www.dotnetnuke.com
http://www.adobe.com/products/air/
http://www.mono-project.com

Software Installeren

Iedere computergebruiker zal vroeg of laat zelf software willen installeren. De manier waarop dit gaat, verschilt nogal als je kijkt naar Linux of Windows.

Software voor Windows kan op een CD staan of gedownload worden van het Internet. We beperken ons even tot het laatste want bijna alle software wordt via Internet verspreid.

Eerst ga je op zoek naar een download site en kies je het soort programma dat je nodig hebt. Je krijgt meestal een hele lijst met mogelijkheden waaruit je er dan één moet kiezen. Gelukkig is er meestal wel een indicatie van de kwalitieit van het programma. Als je een keuze gemaakt hebt, begint het downloaden en daarna kan het programma geïnstalleerd worden. Tijdens de installatie vraagt Windows soms of je het wel zeker weet, want een van Internet gedownload programma kan immers een virus of ‘malware’ bevatten. Als het programma eenmaal op je computer staat, dan kun je het gaan gebruiken.

Sommige programma’s kosten niks, maar zijn geen Open Source (dit noemt men Freeware, vaak verward met Free Software). Sommige andere programma’s kun je een beperkt aantal dagen gebruiken (Shareware) of hebben een beperkt aantal functies (Crippleware, waarbij je bijvoorbeeld je werk niet kan opslaan). Freeware is gratis, maar de bedoeling van Shareware is dat je het product kan testen waarna je het moet kopen.

Als je echter Ubuntu, Fedora, of een andere Linux-distributie gebruikt, dan gaat het installeren van software heel anders. Je kiest je software dan uit een lijst van speciaal voor die versie van Linux gemaakte programma’s, een zogenaamde ‘repository’. Je bent er dan van verzekerd dat je de juiste software voor het juiste systeem hebt, en alle programma’s worden automatisch geupdate zodat je altijd de beste en veiligste versie hebt. Je hoeft dus niet het hele Internet af te zoeken, en bovendien is alle software echt ‘vrij’, dus zonder beperkingen.

http://en.wikipedia.org/wiki/Software_repository
http://packages.ubuntu.com/
http://rpmfind.net/
http://en.wikipedia.org/wiki/Freeware

De Kathedraal en de Markt

‘The Cathedral and the Bazaar’ is een essay over software ontwikkelings methodes, geschreven door Eric S. Raymond. Dit essay werd in 1997 gepubliceerd en wordt gezien als een manifest van de open source beweging.

Er worden twee vrije software ontwikkelings methodes vergeleken: Het Kathedraal-model, waarin broncode beschikbaar is bij elke nieuwe versie, maar niet tussendoor, en het ‘Bazaar’ of Markt model, waarin de code gepubliceerd wordt op Internet, voor iedereen zichtbaar, ook tussen de nieuwe versies door. Raymond ziet Linus Torvalds, oervader van het Linux-project, als de uitvinder van dit proces.

De centrale stelling is dat “given enough eyeballs, all bugs are shallow”. (Vrij vertaald: “als er genoeg mensen kijken, zijn fouten snel gevonden”). Raymond claimt dat het in Kathedraal model veel tijd verloren gaat met zoeken naar fouten, omdat tussen versies door, alleen een kleine groep mag kijken naar de code.

Het essay zorgde ervoor dat de meeste reeds bestaande open source en vrije software projecten, die nog het Kathedraal model gebruikten, overstapten op het Bazaar model. Het boek trok ook aandacht als eerste commercieel gedistribueerde boek dat onder een Open Publication License werd gepubliceerd.

Het Kathedraal model is ook terug te zien in de samenleving. Tijdens de verkiezeingen mag iedereen zijn of haar mening geven. Tussen de verkiezingen door is er echter slechts een kleine groep die de belangrijkste documenten mag inzien. Bij de overgang van de ene ploeg ‘maatschappelijke ontwikkelaars’ naar een andere, blijkt vaak dat sommige zaken niet goed gedocumenteerd zijn, of dat documenten zoek zijn. Het kost veel tijd en energie om deze ‘fouten’ alsnog boven water te krijgen.

Aan de andere kant is er nu WikiLeaks, een extreem ver doorgevoerde vorm van openheid omtrent regeringsdocumenten. Dat in de software-wereld het Bazaar model het snelst de beste resultaten geeft, is inmiddels bewezen. Of dat in politiek en regering ook zo zal zijn, valt nog te bezien.

http://en.wikipedia.org/wiki/The_Cathedral_and_the_Bazaar

Vrije software op scholen – Quotes van Richard Stallman

“Allereerst kan vrije software de scholen geld besparen. Zelfs in de rijkste landen is het budget van scholen meestal beperkt. Vrije software verleent scholen, net als andere gebruikers, het recht om de software te kopiëren en verspreiden zodat de school kopiëen kan aanmaken voor alle computers op school. In arme landen kan dit helpen om de digitale kloof te overbruggen.”

“Op school moet men leerlingen aanleren een leven te leiden wat de gemeenschap ten goede komt. Ze zouden het gebruik van vrije software moeten stimuleren net zoals ze recycling stimuleren. Wanneer scholen zouden lesgeven met vrije software dan zullen de leerlingen deze vrije software ook willen gebruiken nadat ze afstuderen. Dit zal de gemeenschap in zijn algemeenheid helpen om af te komen van de overheersing (en oplichting) van mega-bedrijven. Dit soort bedrijven bieden gratis exemplaren aan aan scholen om dezelfde reden dat tabaksbedrijven gratis sigaretten uitdelen: om kinderen verslaafd te maken. Ze zullen diezelfde opgegroeide en afgestudeerde studenten geen korting meer geven.”

“Met vrije software kunnen studenten bestuderen hoe software in elkaar zit. Sommige studenten, eenmaal in hun tienerjaren, willen alles weten over hun computersysteem en de software daarop. Dat is de leeftijd waarop goeie programmeurs het moeten leren. Om goede software te kunnen maken moeten studenten een hoop code kunnen lezen en maken. Ze moeten programma’s kunnen bestuderen die gebruikt worden door echte gebruikers in de echte wereld.”

“Vrije software moedigt iedereen aan te leren. De vrije software gemeenschap wijst het ‘technologische priesterschap’, die de meeste mensen dom houdt over hoe technologie eigenlijk werkt, af; we moedigen alle studenten, van welke leeftijd dan ook, aan om de broncode te lezen en zoveel te leren als ze zelf willen. Scholen die vrije software gebruiken zullen programmeertalent verder helpen.”

“Studenten leren vrije software te gebruiken en deel te nemen aan de vrije software gemeenschap is een praktische les in goed burgerschap. Het toont ze ook het rolmodel van publieke dienstverlening in plaats van dat van de tycoon. Het hele schoolsysteem zou vrije software moeten gebruiken.”

http://www.gnu.org/philosophy/schools.nl.html

Open Patienten Dossier

Nieuw ziekenhuis of niet? In elk geval zal er werk gemaakt moeten worden van een Electronisch Patienten Dossier (EPD). Daarvoor is software nodig en het zal u niet verbazen dat ook op dit gebied Open Source vele mogelijkheden biedt.

Kent u VistA? Nee, niet dat mislukte systeem van Bill Gates, maar de Veterans Health Information Systems and Technology Architecture. Ziekenhuizen voor soldaten die tijdens hun ‘tour of duty’ (blijvend) gewond zijn geraakt zijn er in de VS legio. In 2003 was de Veterans Health Administration (VHA) grootste medische instantie met meer dan 4 miljoen patienten. Er werd EPD software ontwikkeld, en omdat de VHA onderdeel is van de overheid, kon die software openbaar gemaakt worden via de Freedom Of Information Act (Wet Openbaarheid Bestuur).Deze software is dus gratis te downloaden en aan te passen aan ons lokale systeem, en voldoet aan de strengste amerikaanse eisen op gebied van veiligheid.

Verschillende organisaties houden zich bezig met het promoten van een ‘Open Health’ systeem, waarbij de software Open Source is en de data in Open Standaarden opgeslagen wordt, wat het makkelijker maakt om gegevens tussen verschillende systemen en ziekenhuizen uit te wisselen.

Het Sint Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein heeft een eigen, open source, EPD ontwikkeld en biedt andere ziekenhuizen aan om in te stappen en mee te werken aan de ontwikkeling. Misschien kan Pais Korsou naast, of in plaats van, een ‘Deventer’ model ook overgaan op het ‘Nieuwegeins’ model voor het Electronish Patientendossier?

www.ehealth.va.gov

www.openhealth.org

http://www.antoniusziekenhuis.nl/patienten/nieuws/staatssecretarisheemskerk

http://www.e-sail.nl/epd

Open Cloud

Een grote roze wolk – dat is Cloud Computing tegenwoordig. Het is een echte hype aan het worden. Bij Cloud Computing wordt zowel de software als de data ‘ergens’ op Internet verstopt. Bedrijven hoeven dus geen eigen servers meer te hebben en kunnen via een webbrowser zoals Firefox or Chrome contakt krijgen met de administratie, het klantenregistratiesysteem, tekstverwekers en spreadsheets.Voordeel is dat het bedrijf niet hoeft te investeren in IT-kennis en hardware.

Vooral veel kleine bedrijfjes hebben erg veel baat bij Cloud Computing. Nadeel is natuurlijk dat lokale IT-kennis steeds minder nodig is, en dat een ondernemer blijft betalen voor de software want The Cloud werkt met abonnementen. Een voordeel is dat de software automatisch ge-update wordt, maar als ADSL weer eens niet werkt ligt het hele bedrijf stil. Het grootste probleem is volgens mij dat alle gegevens ergens op Internet staan, zonder dat je 100% zeker weet of anderen die kunnen inkijken.

Voor een overheid lijkt het mij absurd om de Cloud te gebruiken, want het grootste deel van de Cloud zit niet in eigen land! Curacao zou er goed aan doen om te investeren in een eigen, lokale Cloud. Een datacentrum waar de techniek van Cloud Computing, die vele voordelen biedt, aangeboden wordt aan zowel overheid als bedrijven. En Open Source is daarbij een uitstekende keuze.

De Open Source Cloud projecten zijn vergevorderd en stabiel. Zo is er Eucalyptus, dat standaard met Ubuntu meegeleverd wordt, en OpenStack, waar de lijst van meewerkende partners indrukwekkend is. Het opzetten van een eigen ‘CuraCloud’ zou lokale expertise bevorderen, een plaats bieden aan regering en bedrijven voor data en software, en middels de CARibbean Internet eXchange zou ‘onze’ cloud ook aangeboden kunnen worden aan andere landen en zo onderdeel worden van de wereldwijde wolk.

www.openstack.org

www.eucalyptus.com

www.ubuntu.com/cloud

Open Weer

Het heeft flink geregend de afgelopen tijd. Zo erg dat veel mensen hun huisraad verloren hebben en bedrijven grote schade hebben opgelopen. Had u eerder kunnen weten dat er zoveel regen op komst was? De meeste mensen vertrouwen op de Meteo (die net een niewe website hebben gelanceerd), en er wordt ook veel op satelietfoto’s gekeken die op Internet gepubliceerd zijn.

Het weer wordt voorspeld aan hand van duizenden meetgegevens, zoals temperatuur, windrichting, en neerslag. Die gegevens zijn op elke locatie weer anders en daarom zijn er op verschillende plekken officële meetstations. Die kunnen variëren van een regenbekertje en windvaan tot een uitgebreide computergestuurde sensorbatterij. Ook bij u thuis hangt er vast wel ergens een buitenthermometer, waarop u de temperatuur in uw tuin kunt aflezen.

Naast de officële meetgegevens zijn er dan ook minstens evenveel ‘amateur’ weerstations. Ook hier weer een enorme variatie – terwijl de één nog met pen en papier werkt heeft de ander een digitaal meetstation, dat elke 5 minuten alle gegevens op Internet zet. Deze meetstations zijn bij een Internetwinkel al voor rond de 50 USD te krijgen. Het Open Meteo project levert een Open Source server waar de gegevens in een voor ieder toegankelijke database opgeslagen worden.

De Amerikaanse National Weather Service levert haar data in een Open Standaard aan, net als de Nederlandse KNMI en vele anderen. Open Source software, Open Standaarden, en het verzamelen van gegevens door zowel amateur als professional, geeft mogelijk meer inzicht in het weer. En met Open Arduino kunt u uw eigen Open Source/Open Hardware meetstation bouwen.

De vraag is of duizenden mensen die samenwerken nauwkeuriger kunnen voorspellen dan de officële instanties…

http://openmeteo.org

http://www.ncdc.noaa.gov

http://www.wunderground.com

Linus Torvalds

Er is niemand zo invloedrijk in de open source wereld – en ver daarbuiten – dan de in Finland geboren Linus Benedict Torvalds. Hij is namelijk begonnen met het maken van een stukje software, dat nu bekend staat onder de naam LINUX. LINUX is een relatief klein onderdeel van het besturingssysteem GNU/Linux dat in miljoenen apparaten verwerkt is.

LINUX is een zogenaamde ‘kernel’ en regelt het contact tussen software en hardware. De kernel is als het ware de vertaler die uw tekstverwerker in staat stelt een bestand naar de harde schijf te schrijven, uw browser in staat stelt via de netwerkkaart met het Internet te communiceren, en er voor zorgt dat elk programma genoeg geheugen krijgt om te functioneren. Elk besturingssysteem heeft een kernel.

Linux begon als een studieproject van Torvalds, die aan de universiteit in Helsinki computerwetenschappen studeerde. In 1991 zette hij zijn experimenten op Internet, met als onverwacht gevolg dat anderen hem mee gingen helpen om het programma te verbeteren. Van het één kwam het ander en letterlijk duizenden programmeurs hebben van Linux gemaakt wat het nu is: een onmisbaar onderdeel van een gratis en open besturingssysteem, dat net zo goed werkt in een mobiele telefoon als in een supercomputer.

Linux werkt met meer soorten hardware dan elk ander systeem en wordt elke dag verbeterd en uitgebreid. Linus Torvalds beheert de software en bepaalt welke verbeteringen wel of niet opgenomen worden in de officiële versie. Time Magazine noemde hen in 2004 één van de meest invloedrijke mensen ter wereld en Linus kreeg verschillende onderscheidingen, prijzen en een eredoctoraat. Hem wordt de uitspraak “given enough eyeballs, all bugs are shallow” toegeschreven, wat neerkomt op: als vele mensen naar de (open) source van software kijken, worden fouten en problemen veel eerder opgespoord en opgelost. Deze ‘wet van Linus’ werkt ook op andere terreinen, zoals bouwkunde, geneeskunde en het bestuur van een land.

www.linux.com

www.ubuntu.com

www.redhat.com

Open Wiskunde

Bij het lezen van de titel van deze column haakt driekwart van de lezers onmiddellijk af. Voor de overige twintig procent valt er echter heel wat te halen aan open wiskunde. Om te beginnen met boeken, teksten, en verhandelingen.

Het Project Gutenberg heeft er een kleine honderd. Hilbert’s Foundations of Geometry mag toch niet ontbreken in uw boekenkast? Naast algebra, trigonometie em calculus is er ook voldoende te vinden over waarschijnlijkheidsfuncties, van Riemann Zeta, Fourier transformaties en Graph theory (veel gebruikt bij Facebook). Deze boeken staan natuurlijk vol met formules.

Hebt u met de gangbare commerciele software weleens geprobeerd een differentiaalvergelijking op te stellen? Met Open Office is het veel gemakkelijker en de ‘echte’ wiskundigen doen het met LaTeX, sinds 1994 het toonaangevende opmaakprogramma voor natuurwetenschappelijke documenten. Open Source natuurlijk.

Qua software is er op de ‘gesloten’ markt heel wat te koop; met name MatLab, een veel gebruikt wiskundig programma, dat al gauw een paar honderd dollar per module kost. SAGE is het open source alternatief, dat probeert om minimaal dezelfde functies te bieden als de vier toonaangevende commerciele pakketten. Ocatave en Scilab zijn ook goed bruikbare open programma’s.

Voor het funderend onderwijs vinden we TuxMath, GCompris en Childsplay, voor de middelbare school DrGeo, KGeo, GnuPlot en nog vele andere, specialistische programma’s die een deel van de wiskunde beslaan. Voor het wiskundig aangelegde kind en voor de professionele wiskundige is er een keur aan software die niks kost en goed werkt. En wiskunde zelf is natuurlijk, zoals alle goede wetenschap, open.

www.sagemath.org

www.openoffice.org/product/math.html

www.schoolforge.net

www.opensourcemath.org

Open Source Film

Kent u de film ‘Sita Sings the Blues’? Een prachtige animatiefilm die op eigentijdse wijze het verhaal van de Ramayana vertelt. En kent u ‘Elephants Dream’? Een animatie over een miraculeuze machine die iets heel anders doet dan je denkt. En ‘Big Buck Bunny’? Zomaar drie voorbeelden van Open Source Movies of Open Content Movies.

Wat deze films gemeen hebben is dat ze vrijwel geheel met Open Source Software gemaakt zijn en dat de film zelf verspreid mag worden onder een Open Source licentie. Van een aantal Open Source Films is ook het bronmateriaal te downloaden. Misschien is dat voor een ‘gewone’ film niet zo nuttig, maar voor een animatiefilm wel. De animaties in deze films zijn gemaakt met Blender, open source software voor 3D-animaties.

Veel mensen in de reklamewereld houden zich intensief bezig met 3D-animaties (denk aan Baby Tutu, de mascotte van Goisco). Een studie in die richting kost veel geld en dient meestal in het buitenland gevolgd te worden. Blender is – zoals alle Free Software – gratis. Doordat je de originele animaties van een Open Source Movie kan downloaden, heb je al direkt een hele goede basis voor het maken van je eigen animatiefilm.

Wat voor 3D-animaties geldt, geldt ook voor ‘gewone’ film. Als de ‘broncode’ (de originele shots en soundtracks) ook vrij zijn, dan onstaat er een interessante cultuur, die van het remixen. Uit de muziek is dit al jaren bekend (‘samples’) en nu is er ook steeds meer aandacht voor het remixen van beeldmateriaal. Open Source Movies zijn de avant garde van de movie-remix stroming.

De link http://en.wikipedia.org/wiki/Open_source_film bevat een lijst met Open Source Movies die je kunt downloaden en in de meeste gevallen ook mag verspreiden.

Byte Me / Open Up

Rens van der Hammen, journalist bij Radio Hoyer en later bij het Antilliaans Dagblad, vroeg me op 1 maart 2010 om zijn column 'Byte Me' over te nemen. Deze verschijnt elke week in de zaterdagbijlage van het Antilliaans Dagblad (de AD Wikent). Op 20 maart werd het eerste stukje geplaatst.

De stukjes worden op deze blog ongeveer 1 week nadat ze in de AD Wikent verschijnen gepubliceerd. De column heet intussen Open Up.

Ace Suares

Archief