+5999 6780060 ace@suares.com
Select Page

Open Statistieken

De meeste mensen hebben een hekel aan het vak statistiek als ze gaan studeren.

Toch heeft bijna iedereen die een wetenschappelijk onderzoek doet statistiek nodig. Ook de overheid, het bedrijfsleven en natuurlijk het CBS. Daarom wordt er op HBO-opleidingen veel aandacht aan besteed. Er zijn verschillende soorten statistiek en dus ook verschillende softwarepaketten.

Het meest gebruikt is het gesloten pakket ‘SPSS’, dat onlangs door IBM is aangekocht. Dit programma wordt op veel hogescholen gebruikt, geleend, en gekopieëerd. Het is een krachtig programma maar helaas geen open source, en de data wordt niet opgeslagen in een open standaard.

Met andere woorden, als je eenmaal in SPSS werkt kan je niet makkelijk overstappen, en ook gegevens van anderen kan je alleen maar gebruiken als je zelf ook SPSS koopt. En dat is best duur, rond de 1400 USD (maar er zijn wel kortingen voor de educatieve sector).

De open source tegenhanger heet… PSPP. Het kan ongeveer hetzelfde als SPSS maar het is gratis en open. Andere open source pakketten zijn gretl, R, en de meer algemene wiskundepakketen zoals SAGE.

Op Wikipedia staat een mooie lijst met open en gesloten statistische software, waarbij vooral opvalt dat de gesloten pakketten vaak erg duur zijn. Het pakket ‘R’ biedt veel meer mogelijkheden voor statistische analyse, terwijl PSPP veel op SPSS probeert te lijken.

Voor studenten is de aanschaf van SPSS vaak te duur en sinds kort beveelt de UNA het open source pakket PSPP aan. In combinatie met LimeSurvey, eveneens open source, biedt het voor onderzoek twee gratis, maar kwalitatief goede tools.

Studeren wordt opeens goedkoper!

http://www.gnu.org/software/pspp/
http://www.limesurvey.org/
http://www.una.cw/ccunasite/

DNS

Het ‘Domain Name System’ (DNS) is een (niet zo heel) complex systeem om ‘namen’ te geven aan getallen die alleen voor computers leesbaar zijn. Als u http://opencuracao.com intiept, dan zorgt DNS ervoor dat de voor u leesbare domeinnaam (opencuracao.com) wordt vertaald naar een IP-adres, in dit geval 178.63.22.204. Zonder DNS zou het Internet onbruikbaar zijn en daarom wordt er door technici veel aandacht aan besteed.

Eén van de gebieden waar Open Source verreweg het grootste deel van de markt bestrijkt is DNS. Het programma ‘Berkeley Internet Name Daemon’ (BIND) bestaat als sinds 1980 en verzorgt ongeveer 60% van alle DNS in de hele wereld. Ook de UNA, die ons .an en .cw domein beheert, maakt gebruik van Open Source (BIND). Closed Source DNS zoals Microsoft DNS, wordt in minder dan 15% van alle gevallen gebruikt. Een alternatief voor BIND is DJBDNS. Dit programma werd rond 2000 ontwikkeld door wiskundige Daniel J. Bernstein, die gefrustreerd was door de vele veiligheidslekken in BIND. Hij loofde zelfs een prijs uit voor het ontdekken van een veiligheidslek in zijn programma, en pas in 2008 werd een dergelijk lek gevonden. Nadat het lek gedicht was loofde hij een nieuwe prijs uit die tot nu toe niet uitgereikt is. NSD is een andere Open Source DNS server. De root-servers die de bron van het hele DNS zijn, worden beheerd door een aantal organisaties en zijn verspreid over het Internet, hoewel de meeste in de Verenigde Staten staan. De manier waarop BIND werkt, maakt het configureren van een nameserver een hele klus. DJBDNS blinkt uit in eenvoud, snelheid en veiligheid.

Toch is BIND de ‘de facto’ standaard voor DNS software, en het is frappant om te zien dat zelfs als er meerdere Open Source keuzes zijn voor DNS, de grote massa kiest voor ‘iets wat iedereen gebruikt’. Dit ondanks veiligheidslekken die – al meerdere keren – een verstoring van het Internet tot gevolg hebben gehad.

http://www.isc.org/software/bind

http://cr.yp.to/djbdns.html

http://dns.measurement-factory.com/surveys/201010/

http://www.isoc.org/briefings/020/

Open Source HRM

Human Resource Management (HRM) is een veelgebruikte term die zoiets betekent als “personeelsbeleid”, en gaat vooral over het beheren en organiseren van de “menselijke productiemiddelen”. Denk hierbij aan dienstroosters, ziekteverzuim, verlof en vakantie, maar ook aan trainingen en opleidingen.

Er zijn een flink aantal software pakketten voor HRM beschikbaar, zoals Oracle PeopleSoft, SAP, en bijvoorbeeld AFAS, dat ook een filiaal op ons eiland heeft. Open Source oplossingen zijn er natuurlijk ook, en daarmee kan een bedrijf of organisatie flink op de kosten besparen. OpenERP is het grootste en meest complete pakket, dat naast HRM ook CRM, voorraadbeheer, administratie en andere modules bevat. Dit pakket is al eens eerder besproken in deze column. OrangeHRM (sinds 2006) is kleiner en eenvoudiger, en richt zich specifiek op HRM. OrangeHRM biedt een complete set gereedschap voor de personeelsmanager: personeelsgegevens, afwezigheidsregistratie, vakantieplanning, wervings- en aannamebeleid, evaluatie van prestaties en nog veel meer. OrangeHRM is er in twee versies, de Open Source versie die op het eigen netwerk geïnstalleerd kan worden en de ‘cloud’ versie, waarbij er geen IT-infractructuur aanwezig hoeft te zijn (behalve een Internet verbinding en een browser natuurlijk). Een ander programma is TimeTrex, dat zich meer richt op aanwezigheids- en urenregistratie.

Open Applicant richt zich op het traject van werving en selectie, inclusief assessments en het automatisch beoordelen van het CV. OrangeHRM en OpenERP komen uit deze lijst als beste naar voren. Bij het kopen of gratis downloaden van HRM Software is het wel van belang dat de organisatie of het bedrijf voldoende kennis heeft om een HRIS (Human Resource Information System) in te richten. Eerst moet vastgesteld worden wat er nodig is; dan kijken welke programma’s deze opties bieden en kijken naar de kostprijs; en dan het systeem implementeren en configureren.

 

http://www.orangehrm.com/

http://www.openerp.com/products/hr

http://freehrm.com/category/open-source-2/

 

Raspberry PI

In 2006 kondigde Dr. Negroponte de ‘honderd dollar laptop’ aan, beter bekend als ‘One Laptop Per Child’ (OLPC). De bedoeling was om een heel goedkope laptop te maken zodat er miljoenen van verspreid konden worden in de armere landen.

De OLPC heeft als doel om kinderen toegang te verschaffen tot educatieve materialen en Internet. Helaas werd de laptop iets duurder en lag de eindprijs op 150 dollar. Maar als gevolg van het visionaire en revolutionaire ontwerp van de OLPC, dat gesteund wordt door het United Nations Development Program (UNDP), begon de industrie met het maken van de netbook, een klein soort laptop voor een lage prijs, die nu bijna verdrongen is door de tablets zoals iPad en Samsung Galaxy. Netbooks hebben een klein scherm, geen DVD speler, en zijn voor rond de 600 gulden te koop in de winkel.

De wens om goedkope computers te maken die massaal verspreid kunnen worden is echter niet verdwenen. De OLPC is intussen een tablet geworden, die nog steeds een richtprijs heeft van 100 dollar, 1/5 van wat een iPad kost. In India, een land dat bekend staat om haar enorme, arme, bevolking, heeft het Tata imperium, al bekend van de goedkoopste auto en het goedkoopste huis, een tablet ontwikkeld die slecht 35 – 50 dollar zou moeten kosten (Aakash geheten). Het verschil met de OLPC is dat de OLPC speciaal op kinderen gericht is, en heel robuust is zodat ook kinderhanden het ding niet gauw kapot kunnen krijgen.

En nu is in Engeland de Raspberry PI geboren, weliswaar geen complete computer, want scherm, toetsenbord en muis moet er nog bijgekocht worden, maar toch een hele prestatie voor 25 en 35 dollar (er zijn twee modellen). De Raspberry PI is ontzettend klein, 9 bij 5 centimeter, en heeft alles aan boord, zowel USB, netwerkkaart, video/tv uitgang en audio. De voeding is 5V, dus kan je hem met een klein zonnecelletje en wat regelelectronica gebruiken. Op al deze supergoedkope computers wordt een Open Source besturingssysteem gebruikt. Android, Fedora, Ubuntu of Debian. Goedkope computers bouw je niet met dure, trage software.

www.raspberrypi.org
www.laptop.org
www.akashtablet.com

Transcriber en andere tools voor studenten

Wanneer je kwalitatief onderzoek doet, gaat er veel tijd zitten in het beluisteren van audio en video opnames. Voor een goed onderzoek moet je een letterlijk verslag maken, een zogeheten ‘transcriptie’.

Transcriber is een Open Source programma dat daarbij helpt. Het kan de audio file in segmenten indelen, ook als er meerdere sprekers zijn, het biedt ruimte voor het annoteren van het gezegde, en kan het verslag exporteren in verschillende formaten. Closed source programma’s in deze categorie zijn er ook genoeg, en ze zijn niet zo duur, zoals InqScribe en NCH Scribe Express Pro, die onder de 100 USD te koop zijn. Transcriber is geen spraakherkennings software. Maar software waarmee spraak herkend kan worden, is er ook voldoende.

Windows 7 heeft spraakherkenning ingebouwd. Dragon Medical Speech is een op de medische markt gerichte spraak herkenner en kost bijna 3000 gulden. Een Open Source spraak herkenner is ‘Spraak’, een programma dat in Nederland gemaakt is door taalkundigen aan de universiteit maar als goed voorbeeld van Open Source nu door de hele wereld gebruikt, ondersteund en ontwikkeld wordt. Poseidon Linux is een door Braziliaanse wetenschappers ontwikkelde Live-CD waar je behalve Transcribe, Spraak, SciPlore en JabRef vele andere goed bruikbare Open Source programma’s vindt die voorkomen dat je honderden tot zelfs duizenden guldens uit moet geven om een studie te kunnen volgen en onderzoek te doen.

Naast R, GRASS en MapServer vindt je ook Kile en Lyx, de zogenaamde ‘wetenschappelijke tekstverwerkers’, gebaseerd op de internationale standaard TeX/LaTeX. Kile en Lyx helpen je daadwerkelijk met formules, grafieken, tabellen en ook met voetnoten en literatuurreferenties.

http://transag.sourceforge.net/
www.spraak.org
www.lyx.org
http://www.poseidonlinux.org/

CMS

Bedrijven en organisaties zonder eigen website, het komt nauwelijks nog voor! Sinds 1995, toen het Internet voor het grote publiek toegankelijk werd zijn er miljoenen websites gemaakt.

Een rapport uit 1995 spreekt van 100 websites in 1993, 10.000 in 1994 en 100.000 in 1996. Netcraft rapporteert 100 miljoen websites in November 2006, en verschillende bronnen schatten dat er nu ongeveer 350 miljoen websites zijn. Meer dan de helft van alle websites gebruikt de Open Source webserver Apache.

Hoe onderhouden al deze bedrijven en organisaties hun websites? Vroeger kon dat alleen maar via een ‘expert’ die teksten en plaatjes tegen betaling op een website zet. Sinds ongeveer 1995 begon het Content Management System (CMS) opgang te maken. Bekende Open Source CMS zijn: WordPress, Joomla (vroeger Mambo) en Drupal. Met een CMS wordt het toevoegen van teksten, foto’s en andere media zeer eenvoudig, en kan door verschillende personen binnen het bedrijf gedaan worden. Daardoor hoeft er niet meer gewacht te worden op de externe expert en kan elke afdeling haar eigen nieuws publiceren. Vooral voor kleine bedrijfjes is een CMS een goed stuk gereedschap om de website actueel te houden.

Een in Curaco ontwikkeld Open Source Content Management Systeem is QwikZite, dat als enige CMS in de wereld beschikbaar is in het Papiaments. CMS verschillen in grote mate wat betreft functionaliteit, ontwerpmogelijkheden en integratie met andere diensten zoals Facebook, Twitter en linkedIn. Over het algemeen is het goed om te kiezen voor een CMS dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau van de organisatie, wat meestal neerkomt op een eenvoudig te bedienen systeem dat niet te ingewikkeld is.

Tenslotte gaat het erom snel en efficient nieuws, updates of aanbiedingen te kunnen publiceren.

http://www.cmswiki.com
http://trends.builtwith.com/
http://w3techs.com/technologies/overview/content_management/all

Windows zonder Windows

In 1993 begon een aantal mensen met W.I.N.E., waarbij het doel was om applicaties die voor MS Windows gemaakt zijn, op een ander operating system (Linux of MacOS) te laten werken. Programma’s zoals MS Office, Adobe Photshop en Quickbooks, die voor MS Windows gemaakt zijn, maken gebruik van de Windows Application Programming Interface (API).

Een API is eigenlijk een stel regels waarmee het ene programma het andere kan gebruiken. Een programma dat voor Windows is geschreven, gebruikt ‘MessageBox’ om een venstertje te openen (Are You Sure?), of ‘MoveFile’ om een bestand te verplaatsen. Het programma hoeft dat dus niet zelf te doen, maar laat dat over aan het Operating Systeem. Stel nou dat iemand de Windows API na kon maken, dus een eigen systeem maakt voor MoveFile, MessageBox en wat dies meer zij – dan zou een voor Windows gemaakte toepassing op een niet-Windows systeem kunnen werken. Het programma stuurt immers alleen maar commando’s zoals MoveFile, en het maakt niet uit door wie of wat dit commando uitgevoerd wordt. WINE is dus een nagemaakte Windows API – warbij je geen Windows nodig hebt om bijvoorbeeld MS Office te gebruiken op Linux of Mac. Dit biedt vele mogelijkheden. WINE is Open Source, uiteraard, en dus ook gratis.

Maar er is ook een commerciele variant op WINE, namelijk het bedrijf Codeweavers, dat ondersteuning geeft tegen betaling voor bedrijven die willen overgaan op WINE. Vooral kantoorapplicaties worden extra ondersteund door Codeweavers. Een andere geliefde rol voor WINE is dat je er spelletjes op kan spelen. Het spelaanbod voor Linux is traditioneel vrij klein, maar met WINE is er geen enkel probleem om FFXI, Starcraft, CS: Source, Warcraft III of the Elder Scrolls te spelen zonder dat je een licentie voor Windows nodig hebt. De site PlayOnLinux helpt je om de laatste probleempjes met WINE weg te werken voor de spelletjes die niet helemaal goed werken.

www.winehq.org

www.codeweavers.com
www.playonlinux.com

Linux op School

Al jarenlang wordt er Open Source software ontwikkeld voor het onderwijs. Een aantal van die projecten is heel goed geslaagd en stijgen kwalitatief boven andere oplossingen uit. Eén van die projecten is Guadalinex, een versie van Linux die gebruikt wordt in Andalusië, een provincie van Spanje.

Andalusië heeft 8.5 miljoen inwoners en de provinciale overheid is in 2003 begonnen met het promoten van Open Source. Guadalinex wordt gebruikt in scholen, bibliotheken, bejaardenhuizen en speciale infocentra (te vergelijken met het digitale trapveldje wat hier jaren geleden ingevoerd doch helaas mislukt is).
Een andere variant is (gnu)LinEx, uit de provincie Extremadura (1,2 miljoen inwoners). Ook daar heeft de provincie sinds 2004 het voortouw genomen om in het arme deel van Spanje digitale gelijkheid te creeëren door gratis Free Software in te zetten op alle scholen. In januari 2012 besloot de overheid alle 40.000 PC’s over te zetten naar Linux (iets wat in Amsterdam niet gelukt is).
Een derde project is Skolelinux, ontstaan in Noorwegen in 2001, en als eerste in Namibië ingezet. Schoolnet Namibia is in 2009 helaas ter ziele gegaan, omdat de overheid geen water en stroom leverde aan scholen. Maar Skolelinux (ook Debian Edu genoemd) ontwikkelde zich verder en bevat nu zo’n beetje alles wat je nodig hebt om een digitale school uit de grond te stampen, behalve de computers zelf. Skolelinux voorziet in netwerksoftware, software voor thin clients, laptops en servers en bijbehorende ‘produktiviteits’ software (Open Office en dergelijke) alswel een aantal educatieve programma’s.

Met dergelijke software zou er op Curaçao rond 12 miljoen per jaar bespaard kunnen worden. Wat projecten als Guadalinex, gnuLinEx en Skolelinux laten zien is dat doorzettingsvermogen en politieke wil leiden tot een goed ontwikkelde open source omgeving waarin scholen, buurthuizen en andere instellingen een boeinde ICT-ervaring kunnen garanderen aan elke burger, arm of rijk.

http://www.slx.no/
http://www.schoolnet.na/
http://en.wikipedia.org/wiki/Guadalinex
http://en.wikipedia.org/wiki/GnuLinEx

Screen Readers

Als u dit leest, dan mag u dankbaar zijn dat uw ogen goed werken. Voor vele mensen is dat niet het geval en een simpel stukje in de krant lezen is moeilijk of onmogelijk. Laat staan het bedienen van een computer, met een muis en de vele iconen, symbolen en wat dies meer zij. Afgelopen week sprak ik met onze vrienden van Pro Bista (www.probista.com) die een zogenaamde ‘screen reader’ gebruiken om met de computer te kunnen omgaan.

Het meeste gebruikte programma heet JAWS, en kost 895 US Dollar, en de PRO editie maar liefst 1095 US Dollar. Dat betekent dat als je blind of slechtziend bent, je naast aanschaf van hardware en Miscrosoft Software, ook nog even bijna 1500 tot 2000 gulden kwijt bent om het ding te kunnen gebruiken. De BZV vergoedt overigens een deel van de kosten van de screen reader, maar niet elk jaar en niet voor iedereen die het nodig heeft.

Apple heeft het beter voor elkaar: ‘Voice Over’ is in alle producten gratis ingebouwd. Dus iPhone, iPod, iMac: standaard geschikt voor blinden en slechtzienden. Voor Windows bestaan er ook een aantal open source screen readers, waarvan de bekendste NVDA is. Voor Linux is er ORCA en LSR, en Google doet haar duit in het zakje met ChromeVox, maar die werkt alleen op Chrome (het OS, niet de browser). JAWS werkt bijvoorbeeld lang niet met alle software, waardoor blinden en slechtzienden ook nog eens beperkt worden in de keuze van programma’s, terwijl Voice Over van Apple zodanig geïntegreerd is dat het met alle apps en software voor Mac en iPhone werkt.

Als de BZV voor 100 mensen per jaar elk jaar de nieuwste Home Edition van Jaws koopt, dan kost dat 164.000 gulden per jaar. Genoeg geld om een full time programmeur te betalen om in vijf jaar de open source screen reader verder te ontwikkelen, waarna iedereen kan overstappen op een gratis versie.

http://www.freedomscientific.com
http://www.apple.com/accessibility/voiceover/
http://www.nvda-project.org/

Gereedschap voor studenten

Een mindmap is een diagram opgebouwd uit begrippen, teksten, relaties, documenten en/of plaatjes, die zijn geordend in de vorm van een boomstructuur rond een centraal thema. Een mindmap wordt gebruikt om creatieve processen te ondersteunen en bij het leren. Het is een uitstekend middel om een brainstormsessie weer te geven. Digitale mindmaps kunnen worden gebruikt bij het interactief toegankelijk maken van complexe en multimediale informatie.

Eén van de bekendste mindmap programma’s is MindManager, van het bedrijf Mindjet. Het kost 720 gulden, maar er is ook een ‘academische’ versie, die de onderwijsinstelling dan wel eerst moet aanvragen, voor 145 gulden. Gratis (want Open Source) kan het ook: FreeMind, al jaren de nummer één. SciPlore Mindmap bouwt voort op het succes van FreeMind, en stelt de student in staat om documenten toe te voegen aan de mindmap, referenties naar literatuur, en PDF files. In onderzoek en scripties houden de studenten een lijst bij met referenties naar gepubliceerde werken, de zogenaamde literatuurlijst. Deze moet aan de APA-regels voldoen. Het bijhouden van deze lijst doe je natuurlijk niet in MS Word, maar in een speciaal daarvoor geschikt programma. EndNote is een closed source programma, en kost 450 gulden. JabRef is Open Source en kost niets. JabRef is bovendien gebaseerd op BibTeX, de internationale (open) standaard, en integreert moeiteloos met SciPlore.

Een student kan meer dan 1000 gulden besparen door deze twee programma’s te gebruiken in plaats van de closed source versies. Op de UNA worden deze programma’s steeds vaker gebruikt, helaas niet vanuit beleid van de universiteit, maar vanuit individuele docenten en studenten, die verder kijken, en zich niet laten afschepen met gestolen of ‘geleende’ software, die vaak na 30 dagen niet meer werkt.

http://www.mindjet.com/shop
http://freemind.sourceforge.net
http://sciplore.org

http://www.endnote.com/enbuy.asp

http://jabref.sourceforge.net

Byte Me / Open Up

Rens van der Hammen, journalist bij Radio Hoyer en later bij het Antilliaans Dagblad, vroeg me op 1 maart 2010 om zijn column 'Byte Me' over te nemen. Deze verschijnt elke week in de zaterdagbijlage van het Antilliaans Dagblad (de AD Wikent). Op 20 maart werd het eerste stukje geplaatst.

De stukjes worden op deze blog ongeveer 1 week nadat ze in de AD Wikent verschijnen gepubliceerd. De column heet intussen Open Up.

Ace Suares

Archief