Sinds een maand of twee vragen mensen mij om een kopietje van Windows 10. Ik probeer niet meer uit te leggen dat Windows geen open source is, en dat er voor betaald moet worden. Meestal zeg ik dat ze gewoon naar windows.com moeten gaan, een image moeten downloaden, die op een USB stick zetten, en dan de PC op moeten starten met die stick.

Tenminste, zo gaat het als je Ubuntu op je PC wil zetten, en waarom zou het met Windows anders zijn? Het enige probleem is dat je een ‘product key’ nodig hebt voor Windows, en die moet je ergens kopen.

Een ander probleem: wat als je al Ubuntu op je PC hebt staan, maar je wilt ook Windows installeren? Windows veegt een stukje Ubuntu weg als je het installeert, en laat dat nou net het stukje zijn waarbij je kan kiezen welk systeem je wilt opstarten.

Met andere woorden, Windows wil niet dat je een ander systeem gebruikt, en verwijdert tijdens de installatie je keuzevrijheid. Andersom, als je Ubuntu installeert op een PC waar al Windows op staat, krijg je de keuze om beide systemen naast elkaar te kunnen gebruiken.

Ubuntu geeft je de keuze om je bestanden te versleutelen, en geeft je daarbij de sleutel. Windows versleutelt je bestanden en Microsoft houdt de sleutels. En als je Windows geïnstalleerd hebt, moet je daarna van heinde en ver allerlei software downloaden en installeren, terwijl na het installeren van Ubuntu je direct al kan tekstverwerken, spreadsheets gebruiken en nog veel meer.

Wil je nieuwe software voor Ubuntu installeren, ga je naar een soort van app-store, waar je alleen software vindt die voor jouw systeem geschikt is. Wil je nieuwe software voor Windows installeren, dan moet je die zoeken en downloaden en precies weten welke versie van de software geschikt is voor jouw systeem.

Toch heeft Windows op de PC-desktop een marktaandeel van 99%, en Ubuntu (samen met alle andere versies van GNU/Linux) slechts één procent.

microsoft.com/en-us/software-download/windows10ISO
ubuntu.com/download

In de eindeloze rij van grote IT bedrijven die steeds meer open source code produceren en gebruiken, vandaag maar liefst twee nieuwe discipelen: Parse, en Azure.

Azure is de cloud oplossing van Microsoft. Hoewel Amazon nog steeds de absolute leider is in de cloud, komt Miscrosoft er met grote stappen achteraan. Azure is geen open source software, natuurlijk, maar in de Azure cloud kan zowel Windows als Linux geïnstalleerd worden.

Wat blijkt: klanten van Azure gebruiken steeds vaker Linux voor hun in-the-cloud diensten.

Een groei van vijf procent in een half jaar, waardoor een kwart van alle ‘virtuele computers’ in de Azure cloud Linux als operating systeem heeft. Microsoft beseft dat er steeds meer vraag is naar open source, en is daarom een samenwerking gestart met Docker, de nieuwe slimme manier van virtualiseren.

Door samen te werken met Docker wordt het nog aantrekkelijker om open source servers in de Azure cloud onder te brengen.

Het tweede bedrijf is Parse. Dit bedrijf is in 2013 door Facebook overgenomen. Parse heeft Software Development Kits (SDK’s) voor het ontwikkelen van apps op verschillende platformen (iOS en Android onder andere).

Parse levert dus de software waarmee ontwikkelaars een app kunnen maken die op verschillende smartphones en tablets werkt. De SDK is echter closed source, en het is voor de ontwikkelaars vaak een raadsel wat er omgaat in een SDK.

Daar komt nu verbetering want de SDK’s van Parse worden allemaal op korte termijn open source. Voor wie het vreemd vindt dat een bedrijf haar software zomaar weggeeft: door de SDK open source te maken zullen meer programmeurs en ontwikkelaars de SDK gebruiken, verbeteren, en ook beter leren programmeren.Net zoals Apple ‘Swift’ open maakt, maakt Parse haar SDK’s open.

Even terug naar Curaçao: zouden er bij CORE ook 25% Linux machines in het datacenter staan? En zou er op de UoC les gegeven worden in de SDK’s van Parse?

tinyurl.com/adazure
parse.com

Nagios is een open source software applicatie, die systemen, servers en netwerken bewaakt. In een moderne IT-omgeving is een monitoring applicatie zoals Nagios onontbeerlijk.

Nagios bestaat uit een centraal gedeelte gecombineerd met vele plugins en ‘agents’. Een agent is een stukje software dat op het te bewaken apparaat draait. Alle informatie over alle apparaten wordt door Nagios verzameld en getoond op een ‘dashboard’. Dit scherm toont in één oogopslag de ‘gezondheid’ van het hele netwerk en alle onderdelen.

Stel een bedrijf heeft twee kantoren, waarvan er één op Curaçao staat en het andere op Bonaire. De systeembeheerders zijn in Curaçao gestationeerd. Via Nagios kunnen de systeembeheerders zien: of de Internet verbinding in Bonaire werkt, of de wifi in Bonaire werkt, of de servers in Bonaire werken, of de individuele computers in Bonaire werken, en zo voort. En tegelijkertijd zien ze dat ook voor het kantoor in Curaçao.

Nagios kan elke minuut controleren of een apparaat werkt, en als het niet werkt, een waarschuwing op het scherm laten zien. Er zijn verschillende niveaus, van een waarschuwing tot een kritieke fout. Op deze manier zien de systeembeheerders vaak voordat de gebruikers het merken, een probleem aankomen en kunnen dat dan ook tijdig verhelpen.

Via een plugin systeem kunnen ook bijzondere apparaten in de gaten gehouden worden, tot aan het kopieerapparaat en de koffiemachine aan toe. En voordat de inkt in de printer op is ligt er al een nieuwe cartridge klaar!

Centreon is een goede webinterface voor Nagios, die het maken van plugins vereenvoudigt.

nagios.org centreon.com

wikipedia.org/wiki/Comparison_of_network_monitoring_systems

Goed nieuws voor diabetici! Of in ieder geval, goed nieuws over 20 jaar of zo.

Diabetici hebben insuline nodig. Insuline werd vroeger gewonnen uit de alvleesklier (pancreas) van koeien of varkens. In 1974 werd een manier gevonden om menselijk DNA te injecteren in bepaalde bacterieën en gistcellen, waardoor insuline in het laboratorium gemaakt kan worden en er geen dierlijk weefsel meer gebruikt wordt.

Maar insuline is duur. Gemiddeld betaalt een type I diabeet tussen 500 en 1500 gulden per maand aan insuline (en aanverwante zaken zoals injectienaalden en teststrips).

Er is nog een ander probleem: Insuline wordt gemaakt in fabrieken en laboratoria, maar kan wel opraken. Op ons eiland is dit niet ondenkbaar: Stel dat er een natuurramp plaatsvindt of een oorlog, en onze toevoer van goederen afgesneden wordt. Niet alleen krijgen we dan grote problemen in de voedselvoorziening, maar ook allerlei medicijnen zullen opraken. Voor sommige mensen met dodelijke gevolgen, onder andere voor diegenen die geheel afhankelijk zijn van insuline.

Hoe zou dit beeld veranderen als we zelf insuline konden maken? Open Source Insuline. Over de hele wereld zijn er enthousiastelingen bezig met het ‘maken’ van allerlei zaken die normaal alleen in grote fabrieken gemaakt worden.

Zo was er de ‘printgun’, een pistool gemaakt met een 3D printer. Deze stunt (want dat was het) deed heel wat stof opwaaien, met name over wie het monopolie op het maken van wapens eigenlijk heeft. Er zijn nu ook zogemaande ‘wetlabs’ waar experimenten met bacterieën gedaan kunnen worden door de ‘gewone’ mens. Zo populair als de 3D printer zijn ze nog niet, maar het is niet ondenknbaar dat er ergens op de wereld en manier gevonden wordt om zelf insuline te produceren.

Open Source Insuline. En dan kan het niet meer opraken en de prijs wordt ook veel lager, en het kan in bepaalde situaties mensenlevens redden.

tinyurl.com/adinsuline1

tinyurl.com/adinsuline2

wikipedia.org/wiki/Insuline

Nieuws uit… Haïti dit keer. Het land dat zwaar getroffen werd door een aardbeving in 2010. In Haïti spreekt men Frans en Kreyòl (creools), een situatie vergelijkbaar met Curaçao.

De missie van Logipam is om de instellingen (scholen, onder andere) en het MKB te voorzien van moderne IT-oplossingen, ondertussen de integratie en het gebruik van vrije software in Haïti bevorderend. Een beetje vergelijkbaar met Stichting Curaçao Open.

Beide organisaties hebben een open source spellingscontrole uitgebracht voor de lokale creoolse taal. Deze werkt in Firefox en Libre Office, en vele andere open source pakketten. Het is de enige manier om deze talen op spelling te controleren terwijl je een email schrijft of op Facebook je standpunt uitlegt.

In beide gevallen lijkt de overheid geen rol te hebben gespeeld in het tot stand komen van deze belangrijke taalhulp.

Daarnaast ontwikkelde Logipam een Education Management Information System (EMIS) voor scholen en andere instellingen zoals bibliotheken. Dit systeem, dat SIGES heet, is geheel open source. Daarnaast biedt Logipam het systeem ‘in de cloud’ aan, met een gratis en een betaalde versie.

SIGES ka gebruikt worden om een onderwijsinstelling te managen; leerlinggegevens, cursusdata en onderwerpen, bezetting van leslokalen, studiegeld, alles kan er ingestopt worden. Via rapportages komt er dan nuttige mamangement informatie beschikbaar, zoals het gemiddelde cijfer voor aardrijkskunde of het aantal leerlingen dat zich inschrijft voor scheikunde.

Op het eerste gezicht lijkt SIGES nog in de kinderschoenen te staan en het zal zeer interessant zijn om te zien of Haïti kiest voor een open source EMIS dat in eigen land ontstaan is en beschikbaar is in Kreyòl.

In Curaçao wordt er ook gebouwd aan een leerlingenvolgsysteem, maar dat is helaas geen open source.

logipam.com
kok.logipam.org
slogipam.com/demo
en.wikipedia.org/wiki/EMIS

Er is altijd wel iets nieuws onder de zon. De laatste maanden gonst het van activiteiten rond ‘Docker’.

Docker is een manier om jouw zelfgemaakte software op alle soorten computers te kunnen draaien, inclusief ‘de cloud’. En als je daarover nadenkt, is dat best wel cool.

Stel, je maakt een boekhoudprogramma. We noemen het even Fastbooks. Het kost je jaren en jaren om een versie te ontwikkelen die op Windows XP draait. Om daarna nog flink wat tijd te steken in een versie voor Mac. Een versie voor Linux komt er niet eens, en tegen de tijd dat iedereen overstapt op Windows 10 zit jij met je handen in je haar omdat je weer een nieuwe versie uit moet brengen.

Laten we nu even naar Docker kijken. Je maakt Fastbooks voor Docker, en Docker blijkt op alle soorten computers te kunnen werken. Hoe dat kan? Een truukje dat ‘virtualisatie’ heet. Elk systeem heeft wel een manier om aan virtualisatie te doen, en dat stelt je in staat om Windows te draaien op een Mac of Linux op Windows.

De mensen van Docker hebben een programmaatje gemaakt dat via virtualisatie op alle systemen draait; en vervolgens geven ze jou de kans om een ‘container’ te maken met je eigen software erin, die dan weer op alle Dockers draait. Dat heeft als voordeel dat jouw software altijd overal hetzelfde werkt zonder na te hoeven denken over welke versie van Windows, Mac of Linux. En omdat de computers in de cloud ook Windows, Mac of Linux zijn, werkt je software ook in de cloud. Er is nog een heleboel meer te vertellen over Docker, bijvoorbeeld dat het open source is en dat er tientallen enthousiastelingen samen elke dag aan werken, maar dat kan je zelf lezen op de website!

docker.com
nl.wikipedia.org/wiki/Virtualisatie

Als je open source software maakt, is github dé plek om je source code te parkeren, en daarmee ook gelijk te delen. Dit is door de uitvinder van Linux, Linus Torvalds, ontwikkeld om software te delen en te beheren. Dit beheer bestaat uit ‘version control’ of te wel een archief van elke wijziging en verandering.

Github is een plek waar je gratis je eigen open source software kan parkeren en beheren. Microsoft heeft ook zo’n plek op Github. Je kan daar een deel van de software die Microsoft gebruikt, downloaden, bestuderen, bewerken, verbeteren, en weer uploaden. In principe kun je dus bijdragen aan de software van Microsoft! (Nou, als dat niet motiverend is om met open source aan de slag te gaan, wat dan wel?).

Er staan zo’n 180 projecten op de github van Microsoft. Sommige zijn al sinds 2014 niet bijgewerkt maar de meeste projecten zijn de laatste maand nog verbeterd. Sommige projecten zijn ‘klonen’ van projecten van anderen; in dat geval draagt Microsoft dus bij aan projecten van anderen, omdat ze die software zelf gebruiken (maar niet zelf bedacht hebben).

Allerlei programmeertalen komen aan bod, zoals Python, Powershell, en Objective-C, maar het merendeel is C++, Javascript en C#. Voor ieder wat wils dus. Als je één van de projecten opent, zie je aan de rechterkant ‘issues’, dat zijn meldingen van bugs, en ‘pull requests’, dat zijn verbeteringen aan de software die aangeboden worden aan de Microsoft developers.

Met andere woorden, dankzij open source kan iedereen meewerken aan het verbeteren van Microsoft. Stel je eens voor dat ook de source code van Windows op Github zou staan! github.com/Microsoft

Het grote nieuws van afgelopen maand was dat Apple haar programmeertaal voor iOS, OSX en wacthOS als open source software vrijgeeft. De reden voor dit besluit is dat men graag wil dat iedereen met Swift gaat werken zodat er meer (en betere) apps voor de Apple producten komen.

Een programmeertaal is een raar ding. Om een nieuwe taal te maken, moet je namelijk een oude taal gebruiken. Zo is PHP geschreven in C en C++, Python is geschreven in C++, en ook Swift is gebaseed op C en C++. Maar wat is C dan? C is een taal ontwikkeld door Dennis Ritchie rond 1970, dus 45 jaar geleden. Werkelijk waar, de meerderheid van alle computerprogramma’s is gebaseerd op een taal die bijna een halve eeuw oud is, en dat terwijl de technologische vernieuwingen ons links en rechts om de oren vliegen.

C is sinds 1989 een ‘open standaard’, en dat betekent dat de taal precies beschreven is in een gratis opvraagbaar document (ANSI C). En nu wordt het ingewikkeld: ANSI C stelt je in staat om een programma te schrijven dat programma’s die in C geschreven zijn op een computer uit te voeren. Dus… doordat C een open standaard is, kan iedereen een programma in C schrijven, tenminste als iemand een vertaalprogramma heeft gemaakt in de taal van je specifieke computer. En juist omdat C een open standaard is, kan iedereen een vertaalprogramma maken voor die specifieke computer!

C++ en Objective-C zijn gebaseerd op C, en Swift is weer gebaseerd op Objective-C. En omdat C, C++, en Objective-C open standaarden zijn, is het eigenlijk alleen maar logisch om Swift ook open source te maken. Een open source taal trekt uiteindelijk veel meer programmeurs aan, en er is een grote kans dat Swift straks ‘de’ taal voor alle appmakers wordt…

developer.apple.com/swift/blog/?id=29
en.wikipedia.org/wiki/Swift_(programming_language)
developer.apple.com/swift
cdn.oreillystatic.com/news/graphics/prog_lang_poster.pdf

Begin deze maand werd er eindelijk een spellingscontrole voor Microsoft Word 2010 en 2013 uitgebracht door Fundashon pa Planifikashon di Idioma, Traducciones Joubert en De ComputerClub Curaçao. Er was al eerder een spellchecker, maar die werkte niet meer vanaf Office 2010. In 2010 gaf de toenmalige Minister-President het groene licht voor een upgrade van alle overheidscomputers naar Office 2010, na een bezoek aan het regionale hoofdkantoor van Microsoft in Trinidad & Tobago. Tegelijkertijd werd  Papiaments als belangrijkste taal voor communicatie van de overheid ge(her)introduceerd. Alle ambtenaren konden over de nieuwste versie van MS Word beschikken, maar niemand kon de spelling controleren.

Vijf (5) jaar later en door tussenkomst van Nederland in de vorm van de Rijksdienst Caribisch Nederland werd het eidelijk mogelijk om… een spellchekcer te kópen, voor maar liefst 34 USD. De vraag waarom dit niet voor alle inwoners van Curaçao gratis is, dringt zich direct op. Moeten de allerarmsten, als ze een legale kopie van MS Word al kunnen betalen, ook nog betalen voor de SpèlChèk? Het is eigenlijk te gek voor woorden.

De Stichting Curaçao Open bracht in 2010 een spellingscontrole uit voor Open/Libre Office. Een Chileen die in Spanje woont heeft daarop een spellchecker gemaakt voor Firefox. (Vraag niet hoe of waarom, zo werkt open source nou eenmaal!). Alles wat in deze browser geschreven wordt (van facebook tot gmail en van twitter tot hotmail) kan gespèllchèckt worden. Al sinds 5 jaar, en helemaal gratis! Omdat de meeste mensen dagelijks bezig zijn op Internet, is dit misschien wel de meeste gebruikte spellingscontrole in omloop.

Of SpèlChèck ook werkt in Internet Explorer is mij niet duidelijk. In ieder geval zou de overheid (in casu FPI) er goed aan gedaan hebben om samen met de spellingscontrole voor het dure Microsoft Word, ook direct een verbeterde versie van de open source spellingscontrole uit te brengen, en die gratis te verspreiden. Kost niks extra en is werkelijk te gebruiken door alle lagen van de bevolking.

kontrografia.com
tinyurl.com/adgoogl1
tinyurl.com/adgoogle2
tinyurl.com/adgoogle3
tinyurl.com/adopenspellcheck