In de eindeloze rij van grote IT bedrijven die steeds meer open source code produceren en gebruiken, vandaag maar liefst twee nieuwe discipelen: Parse, en Azure.
Azure is de cloud oplossing van Microsoft. Hoewel Amazon nog steeds de absolute leider is in de cloud, komt Miscrosoft er met grote stappen achteraan. Azure is geen open source software, natuurlijk, maar in de Azure cloud kan zowel Windows als Linux geïnstalleerd worden.
Wat blijkt: klanten van Azure gebruiken steeds vaker Linux voor hun in-the-cloud diensten.
Een groei van vijf procent in een half jaar, waardoor een kwart van alle ‘virtuele computers’ in de Azure cloud Linux als operating systeem heeft. Microsoft beseft dat er steeds meer vraag is naar open source, en is daarom een samenwerking gestart met Docker, de nieuwe slimme manier van virtualiseren.
Door samen te werken met Docker wordt het nog aantrekkelijker om open source servers in de Azure cloud onder te brengen.
Het tweede bedrijf is Parse. Dit bedrijf is in 2013 door Facebook overgenomen. Parse heeft Software Development Kits (SDK’s) voor het ontwikkelen van apps op verschillende platformen (iOS en Android onder andere).
Parse levert dus de software waarmee ontwikkelaars een app kunnen maken die op verschillende smartphones en tablets werkt. De SDK is echter closed source, en het is voor de ontwikkelaars vaak een raadsel wat er omgaat in een SDK.
Daar komt nu verbetering want de SDK’s van Parse worden allemaal op korte termijn open source. Voor wie het vreemd vindt dat een bedrijf haar software zomaar weggeeft: door de SDK open source te maken zullen meer programmeurs en ontwikkelaars de SDK gebruiken, verbeteren, en ook beter leren programmeren.Net zoals Apple ‘Swift’ open maakt, maakt Parse haar SDK’s open.
Even terug naar Curaçao: zouden er bij CORE ook 25% Linux machines in het datacenter staan? En zou er op de UoC les gegeven worden in de SDK’s van Parse?