Onderzoeksbureau ‘BI Intelligence’ berekende dat de verkoop van PC’s met Windows niet meer groeit; de groei daalde begin 2013 zelfs met meer dan 10%. Dat wil niet zeggen dat er niet nog steeds een enorme hoeveelheid Windows PC’s wordt verkocht; maar wel dat de groei zit in tablets, smartphones, en als je goed kijkt ook in spelletjescomputers en smart tv’s.
Als je vervolgens gaat kijken welk OS in de groeimarkt het meest voorkomt, dan zie je dat Android (een op Open Soure gebaseerd operating system van Google) intussen bijna 85% van die markt in handen heeft tegenover 3% Microsoft. De groei van Android is werkelijk spectaculair: van 0% in 2009 tot 50% in 2011 tot 85% in 2014. Als we gaan kijken naar de ‘cloud’, ook een enorme groeimarkt, dan zien we dat Amazon AWS de onbetwiste marktleider is, gevolgd door Microsoft Azure.
Azure is de snelste groeier in 2014, dus dat belooft wat. Het totale marktaandeel van Azure is echter nog geen 10%, terwijl het merendeel van de andere cloud oplossingen gebaseerd zijn op Open Source. OpenStack is de snelstgroeiende cloud oplossing en geheel open source. Last but not least, alle grote technologie bedrijven (Apple, Google, Facebook, IBM) zijn voor het merendeel gebaseerd op Open Source, en dragen elke dag bij aan meer en betere open source software. In bijna elke categorie van software zijn er open source producten die minstens zo goed of nog beter zijn dan de gesloten versies. Noem maar: firewalls, webservers, virtualisatie, ERP, CRM, 3D, Office en ga zo maar door.
Een vraag om over na te denken: welke kennis zal je het meest nodig hebben in de nabije toekomst. Welke kennis zullen onze kinderen en studenten het meest vooruit helpen. Is het nog verantwoord dat onze IT-ers alleen kennis van Windows hebben, terwijl in de rest van de wereld open source kennis onontbeerlijk is geworden? Ik wens u alvast een ‘open’ 2015 toe!
Rens van der Hammen, journalist bij Radio Hoyer en later bij het Antilliaans Dagblad, vroeg me op 1 maart 2010 om zijn column 'Byte Me' over te nemen. Deze verschijnt elke week in de zaterdagbijlage van het Antilliaans Dagblad (de AD Wikent). Op 20 maart werd het eerste stukje geplaatst.