Wat is het moeilijkste onderdeel van educatieve software? Dat zijn de inhoud, de methodologie, het onderwijskundige aspect eraan. Bij methodisch onderwijs gaat het om een hele serie, elkaar opvolgende en samenhangende, lessen. Denk bijvoorbeeld aan de serie boeken die de Fundashon pa Planifikashon di Idioma (FPI) heeft uitgebracht. Daaraan is 15 jaar gewerkt. Helaas alleen op papier verschenen, en een uitdaging om te digitaliseren.
Want hoe digitaliseer je een boek? Niet simpel door het op de scanner te leggen en een .pdf op Internet te zetten. Een digitale versie van een boek moet ook interactief zijn. Er kunnen filmpjes in verwerkt worden, geluidsbestanden, quizzen en toetsen. Een stap verder is dat je via sociale media discussie en opdrachten kan doen. Met andere woorden, de tekst en de plaatjes zijn er al, maar de digitale ervaring moet nog ontstaan. Hoe pak je dat aan?
De meeste educatieve software die nu in omloop is, wordt door grote uitgevers gemaakt. Deze hebben al een afdeling die zich met de onderwijskundige kant bezig houdt, en ze hebben al grafisch ontwerpers en illustratoren. Plak daar een stel IT-ers en programmeurs tegenaan, en voila, het recept voor prachtige digitale versies van boeken! Bijvoorbeeld ‘Maan Roos Vis’, waar mijn kinderen uren plezier aan hadden en waarvan ze veel leerden. Helaas is de techniek die gebruikt is in deze digitale uitgaven gesloten. Bij het volgende project kan men weer helemaal opnieuw beginnen. En dat zou niet nodig moeten zijn. Er zou een Open Raamwerk ontworpen kunnen worden, waar steeds modules aan toegevoegd kunnen worden door programmeurs, en waar de onderwijskundigen makkelijk mee kunnen werken. Materiaal maken, aanvullen, en verbeteren zou dan niet alleen voor de grote uitgevers bereikbaar zijn, maar voor veel meer mensen uit het veld. Het raamwerk kan ingezet worden voor alle vakken, en in alle talen. Voorbeelden van een begin van een dergelijk raamwerk op Curaçao zijn de methode voor CAV en de digitale boeken van SIFMA.