Het komt regelmatig voor dat open source mij verbaasd en verwonderd, ook al ben ik er bijna 20 jaar mee bezig. Ik kan me best voorstellen dat een IT-er die nog geen kennis heeft gemaakt met open source, er wat vreemd tegenaan kijkt. En dat geldt dubbelop voor mensen die niet in de computerwereld zitten.
Misschien kun je open source het best vergelijken met muziek. Mensen die niet muzikaal zijn, kunnen toch genieten van de muziek die anderen maken. Muziek kan je raken, je kan muziek delen en muziek kan je leven veranderen.
Als je zelf zingt of een instrument bespeelt, merk je pas echt wat muziek met je kan doen. Talent of niet, je moet heel veel oefenen om goed te worden. En je moet goed luisteren naar anderen totdat je ze na kunt spelen, en daardoor technieken, melodiën en ritmes leert die je zelf kan gebruiken om je eigen stijl te maken.
Spelen met anderen is ook essentiëel. Dat kan onder leiding van een dirigent, maar dat kan ook zonder leiding, zodat een jam-sessie soms uitmondt in een unieke muziekervaring. Als muzikant merk je opeens dat het klikt, dat jij en de muziek één zijn en dat je dezelfde taal spreekt als je medemuzikanten. Dan opeens gaat de wereld voor je open.
Closed source is net als muziek die je wel kan zien maar niet kan horen. Je ziet de strijkstokken bewegen, monden open en dicht gaan, en drumstokjes door de lucht vliegen, maar je hoort geen toon of noot. Je kan er als muzikant (of programmeur) niet veel van leren.
Alleen als je toegelaten wordt tot het selecte gezelschap van het Metrosoft Symphony Orkest, dan pas hoor je wat er gespeeld wordt. En dat valt soms vies tegen. Want een echte muzikant, net als een echte programmeur, die steekt zijn of haar kunnen niet onder stoelen of banken. Die laat zien wat ‘ie kan.
www.paulgraham.com/hp.html
wiki:TAOCP
www.gnu.org/philosophy/right-to-read.html