Open Source werd landelijk overheidsbeleid toen Luis Inácio Lula da Silva in januari 2003 de presidentiële verkiezingen won. Daarvoor werd Open Source al in diverse stedelijke, provinciale en gemeentelijke projecten en overheidsdiensten gebruikt. Brazilië werd in 2006 genoemd als het meest progressieve land als het gaat om gebruik van Free and Open Source Software.
Economisch gezien is er veel te winnen, in 2001 betaalde de overheid 1.1 miljard USD aan software licenties. Het overheidsbeleid is niet allen gericht op besparing, maar maakt duidelijk dat een eigen softwaremarkt leidt tot hoger geschoold technisch personeel. Omdat de kloof tussen arm en rijk extreem groot is, richt de overheid zich op gratis Internet in buurtcentra, en kon dit financiëel haalbaar maken door het gebruik van gratis Open Source software. Daarnaast maakte de regering zich sterk voor een herziening van Intellectuele Eigendomsrechten, omdat die de mogelijkheden voor arme(re) landen beperkt om mee te doen aan de wereldeconomie.
Lula’s keuze voor Open Source was een economische keuze, een keuze voor een kenniseconomie, een keuze om de kloof tussen arm en rijk te verkleinen, en een keuze voor minder afhankelijkheid van rijke, westerse landen. Het aantal internetgebruikers is in 10 jaar gegroeid van 7% naar 37%, waarbij 45%-60% op Internet komt via de gesubsidieerde buurtcentra. SouJava is de grootste Java programmeurs groep met rond de 12.000 leden, en wordt door de regering gesteund om Open Source software te ontwikkelen. In oktober dit jaar wordt de International Conference on Open Source Systems in Salvador georganiseerd.
In November dit jaar wordt LinuxCon gehouden in São Paulo. Brazilië zindert van het besef dat Open Source de toekomst is voor een onafhankelijk land.
http://www.baudlabs.com/?p=988
http://tinyurl.com/brazinfo
http://tinyurl.com/brazosscon
http://soujava.org.br/
http://tinyurl.com/brazlinuxcon