Bedrijven gaan vanzelf over op Open Source. Daar hoeft de overheid niet veel aan te stimuleren, lijkt het.
En waarom? Gewoon omdat er geld te verdienen valt, en er altijd wel iemand is die dat ook daadwerkelijk gaat doen. Doordat de software gratis is, krijg je een hogere winstmarge en kan je dus lagere prijzen vragen dan de concurrent.
Gartner, het bekende onderzoeksbureau, deed onlangs een onderzoek onder 500 ‘IT-beslissers’. Geheel volgens de trend van de laatste jaren blijkt dat de helft van de ondervraagden Open Source gebruikt als belangrijk onderdeel van de IT-strategie.
Volgens het onderzoek biedt open source concurrentievoordelen. En daarbij moet je niet denken aan die paar desktops met OpenOffice erop, maar aan software die waarde toevoegt aan het bedrijf.
Bijvoorbeeld: een Internet provider zoals Flow, UTS of Tres zal door slim gebruik van Open Source de operationele kosten blijvend kunnen verlagen. En een webdesignbedrijf kan door gebruik van Open Source paketten zoals Joomla of WordPress de aanloopkosten voor het maken van een website laag houden. Maar ook een een autoverkoper, een nummerkantoor, of een verzeringsmaatschappij kan door open source goedkoper (en sneller) webapplicaties (laten) ontwikkelen die omzet genereren en toch weinig kosten.
Als je de resultaten van het onderzoek vergelijkt met de IT-omgeving in Curaçao, dan zie je waar wij zitten ten opzichte van de rest van de wereld. Vraag bijvoorbeeld eens aan tien IT-ers in je netwerk of Open Source een belangrijk deel is van de IT-strategie. Managers en directeuren scoren vaak nog lager. Het duurt dus langer voordat onze bedrijven economisch voordeel plukken van Open Source. Terwijl de concurrentie dat voordeel wel heeft.
De overheid kan deze achterstand verkleinen door kennis over open source en gebruik van open source te stimuleren.
http://tinyurl.com/osvoordeel
http://goscon.org
http://tinyurl.com/oseconomy