Ja, u leest het goed. Microsoft levert in 2017 een database server die op Linux draait! Uiteraard heeft Linux geen tekort aan hele goede database servers: MySQL en PostgreSQL zijn geheel open source en worden door miljoenen websites en andere toepassingen gebruikt. Waarom moet daar dan nog een (closed source) product van Microsoft bij?
Dat is niet omdat er in de Linux-wereld iemand op zit te wachten, maar omdat Microsoft winst ruikt, of het verlies van marktaandeel wil beperken. Het gebruik van op Linux gebaseerde servers neemt namelijk met de dag toe. En als men kan kiezen tussen een dure Windows SQL Server of een gratis Linux MySQL server, dan lijkt de keuze makkelijk gemaakt. Daarom heeft Microsoft er baat bij om de SQL Server los te koppelen van Windows, zodat mensen kunnen kiezen voor gratis Linux in combinatie met de aanschaf van SQL Server.
Want veel bedrijven hebben software die gebaseerd is op SQL Server, en het overstappen naar een andere database server is duur omdat de software aangepast moet worden. Nu het dus goedkoper is geworden om SQL Server te blijven gebruiken, zullen minder mensen overstappen en behoudt Microsoft haar marktaandeel.Oracle, die al jaren closed source database servers maakt die op Linux werken, zal ook de gevolgen ondervinden van deze nieuwe Microsoft strategie.
Microsoft zou in de toekomst wellicht ook andere servers beschikbaar kunnen maken op Linux, met name Exchange en Active Directory. Maar vergeet niet dat ook deze producten closed source zullen zijn, en een flink prijskaartje hebben. Toch is deze strategie van Microsoft een duidelijk teken dat onze IT-professionals en studenten steeds meer met Linux en andere open source software te maken zullen krijgen. En daar kunnen ze maar beter op voorbereid zijn!
https://blogs.microsoft.com/blog/2016/03/07/announcing-sql-server-on-linux/
http://www.theregister.co.uk/2016/03/09/sql_server_microsoft/
Rens van der Hammen, journalist bij Radio Hoyer en later bij het Antilliaans Dagblad, vroeg me op 1 maart 2010 om zijn column 'Byte Me' over te nemen. Deze verschijnt elke week in de zaterdagbijlage van het Antilliaans Dagblad (de AD Wikent). Op 20 maart werd het eerste stukje geplaatst.