Soms voel ik me erg dom. Misschien raar voor iemand die in de ’99th percentile’ zit maar het is toch echt zo. Dat komt, denk ik, omdat er elke dag zoveel nieuwe uitvindingen worden gedaan, en dat die allemaal via Internet te volgen zijn.Vooral op het gebied van Open Source, waar deze column al drie jaar lang aandacht aan besteedt.
Neem nou Hadoop. Dat is ‘iets’ om heel veel gegevens op te slaan, te analyseren en te gebruiken. Ik heb al eerder een column over Hadoop geschreven, want het is een open source project en het wordt gebruikt door onze grote vrienden: Google, Facebook, en Microsoft. Hadoop is open source, en geeft dus aan iedereen gelijke kansen. Verbeteringen worden gedeeld – iedereen profiteert daarvan.
Maar wat Hadoop is? Ik zou het niet weten. U misschien ook niet. Misschien zit u in het 99.9ste percentiel of in het 50ste. Het maakt niet veel uit. Want net als in kernfysica of quantummechanica, voor ‘gewone’ mensen is het allemaal niet te begrijpen. Toch gebruiken miljoenen mensen elke dag Google om dingen op te zoeken, of Facebook om contact te houden met andere ‘gewone’ mensen. De achterliggende techniek is bijna onbegrijpelijk. En dat is ook weer niet zo raar. Technieken die zwaar beschermd worden door patenten of copyrights, zijn meestal uitgevonden door mensen die heel slim zijn. Maar technieken die openbaar zijn, worden door veel meer slimme mensen gezien en bekeken.
De wetenschap zoals wij die kennen is daar een voorbeeld van. Als de stelling van Pythagoras gepatenteerd was, dan was die nooit gemeengoed geworden op scholen, en dan was er nooit iemand opgestaan die 1 van de 20 nieuwe ontdekkingen had gedaan die volgden uit de Stelling van Pythagoras. Delen van kennis vermeerdert kennis. Als elke wereldbewoner kennis kan nemen van elke nieuwe uitvinding, worden er veel meer nieuwe uitvindingen en ontdekkingen gedaan. En dat is het voordeel van ‘open’. Open uw kennis, en anderen zullen er betere kennis van maken, en daar gaat de hele wereld op vooruit.