In 1997 en 1998 werkte ik voor de Maatschappij voor Oude en Nieuwe Media in Amsterdam. De MONM is gehuisvest in het oudste niet-religieuze gebouw van deze historische en toch moderne stad. Vanaf de 15e eeuw diende het gebouw als stadspoort, waaggebouw, gildehuis en anatomisch theater.
De Waag, zoals het gebouw maar ook de MONM genoemd werd, is altijd een plek geweest van vernieuwing. Aan de ene kant hield het ongewenste personen uit de stad, aan de andere kant liet het vernieuwende ideeën toe. De gildes die er in gehuisvest waren bestonden uit vakmensen die zowel eer en traditie hoog hielden als in het geheim nieuwe technieken bedachten. Het anatomisch theater – in 1632 vereeuwigd door Rembrandt in het beroemde schilderij ‘De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp’ – was een plek waar men experimentele medische wetenschap in werking kon zien.
Op diezelde plek stormde ‘de Waag’ mijlenver vooruit op wat toen voor het Internet doorging. In de sfeer van middeleeuwen gemengd met Futurama beheerde ik mijn eerste Linux-server, die een brug vormde tussen 14 Windows-PC’s en 8 Apple Mac’s. Andere systeembeheerders vroegen ongelovig of het echt waar was dat Mac’s en PC’s samen konden werken op één server.
Nu, zo’n 15 jaar later, is de Waag nog steeds toonaangevend op het gebied van digitale vernieuwing. Er staanwel 30 Linux servers, Mac’s en PC’s werken zonder problemen samen.
Ik ben dan ook blij en een beetje trots dat één van de huidige medewerkers van de Waag komende week bij Stimul-IT te gast is voor de Apps4Curaçao workshop.
Lang niet alle apps zijn open source. Maar bij het maken van een app wordt vaak juist wel veel open source gebruikt. Dat betekent dat je geen dure software hoeft aan te schaffen om een app te maken. De programmeertaal JAVA is open, evenals Eclipse (een ontwikkel-omgeving), en er zijn een aantal ‘standaard-bibliotheken’ die je kan gebruiken omdat ze open zijn, en Android is open source.