‘The Cathedral and the Bazaar’ is een essay over software ontwikkelings methodes, geschreven door Eric S. Raymond. Dit essay werd in 1997 gepubliceerd en wordt gezien als een manifest van de open source beweging.
Er worden twee vrije software ontwikkelings methodes vergeleken: Het Kathedraal-model, waarin broncode beschikbaar is bij elke nieuwe versie, maar niet tussendoor, en het ‘Bazaar’ of Markt model, waarin de code gepubliceerd wordt op Internet, voor iedereen zichtbaar, ook tussen de nieuwe versies door. Raymond ziet Linus Torvalds, oervader van het Linux-project, als de uitvinder van dit proces.
De centrale stelling is dat “given enough eyeballs, all bugs are shallow”. (Vrij vertaald: “als er genoeg mensen kijken, zijn fouten snel gevonden”). Raymond claimt dat het in Kathedraal model veel tijd verloren gaat met zoeken naar fouten, omdat tussen versies door, alleen een kleine groep mag kijken naar de code.
Het essay zorgde ervoor dat de meeste reeds bestaande open source en vrije software projecten, die nog het Kathedraal model gebruikten, overstapten op het Bazaar model. Het boek trok ook aandacht als eerste commercieel gedistribueerde boek dat onder een Open Publication License werd gepubliceerd.
Het Kathedraal model is ook terug te zien in de samenleving. Tijdens de verkiezeingen mag iedereen zijn of haar mening geven. Tussen de verkiezingen door is er echter slechts een kleine groep die de belangrijkste documenten mag inzien. Bij de overgang van de ene ploeg ‘maatschappelijke ontwikkelaars’ naar een andere, blijkt vaak dat sommige zaken niet goed gedocumenteerd zijn, of dat documenten zoek zijn. Het kost veel tijd en energie om deze ‘fouten’ alsnog boven water te krijgen.
Aan de andere kant is er nu WikiLeaks, een extreem ver doorgevoerde vorm van openheid omtrent regeringsdocumenten. Dat in de software-wereld het Bazaar model het snelst de beste resultaten geeft, is inmiddels bewezen. Of dat in politiek en regering ook zo zal zijn, valt nog te bezien.