Telefonie is één van de grootste revoluties van de vorige eeuw. Direkt contact met de hele wereld is een grote vooruitgang als je bedenkt dat brieven er vaak weken over deden om op hun bestemming aan te komen. De volgende grote revolutie op communicatiegebied is het Internet. En zoals het altijd gaat met technische vooruitgang, wordt het oude opgenomen in het nieuwe.
Transport van een stem hoeft niet meer via twee koperen draadjes, die via een aantal telefooncentrales rechtstreeks met elkaar verbonden worden. Voice over IP hakt een gesprek in hele kleine stukjes, die via het Internet via vele omwegen naar ‘de andere kant’ gestuurd worden. Daar aangekomen worden de pakketjes weer netjes op volgorde aan elkaar geplakt en omgezet in hoorbare geluiden.
Dat houdt ook in dat er geen monopolie meer bestaat op de ‘weg’ die de stem moet volgen, en daarmee is ook de rol van de grote telefoonmaatshappijen zoals AT&T, KPN en UTS in feite uitgeschakeld. Deze bedrijven hebben die veranderingen wel voorzien en zijn nu vaak ook de aanbieders van Internet. Echter, ze zijn niet meer de enige en de concurentie op dat vlak neemt elke dag toe. Voor de consument betekent dat: meer keuze en lagere tarieven.
De software die nodig is om Voice over IP te kunnen gebruiken komt voor het grootste deel uit de Open Source beweging. Software zoals Asterisk wordt gebruikt in de meest verkochte telefooncentrales. Open Standaarden zoals SIP zorgen ervoor dat open en gesloten software met elkaar kan samenwerken. Bedrijven als Rowetel werken hard aan open codecs (waar nu nog vaak een licentie voor nodig is) en bijbehorende open hardware. Telefoonmaatschappijen die nog steeds proberen VoIP te blokkeren gaan roemloos ten onder.