Academici, HBO-ers, wetenschappers en onderzoekers: ook in uw vak is er een beweging gaande die voor meer openheid pleit. Deze stroming wordt ‘open data’ genoemd en is er op gericht gegevens die ten grondslag liggen aan onderzoek, ‘open’ te maken.
Denk dan aan gegevens over de visstand, demografische gegevens, luchtvervuilingsmetingen, meteorologische data en andere gegevens die verzameld worden door onderzoekers en wetenschappers. Een voorbeeld is Met Office, een door de Engelse regering gesponsorde website waarop temperatuurmetingen over de hele wereld te vinden zijn. Met deze gegevens kan iedereen onderzoek doen naar klimaatveranderingen.
De stad Vancouver in Canada is één van de steden die een open data beleid heeft, wat er op neer komt dat vrijwel alle data die de stad produceert toegankelijk is voor iedereen. Maar er zijn meer steden die dezelfde weg inslaan: New York, Washington… Studenten en onderzoekers kunnen naar hartelust gegevens combineren en analyseren. Zo ook met ChEMBL, een open database voor medicijnonderzoek. Er is zelfs een speciale open database voor ‘verwaarloosde tropische ziekten’.
Er is een Open Data Award voor wetenschappers en instituten die voortvarend zijn met het publiceren van hun onderzoeksgegevens. Microsoft en Google zijn allebei ver op weg om een Open Data standaard in te bouwen in hun producten (uiteraard ieder weer op haar eigen manier) zodat software gemakkelijker gebruik kan maken van de beschikbare gegevens.
Sir Tim Berners-Lee (‘uitvinder’ van Internet) en Hans Rosling laten in onderstaande video’s zien waar het allemaal over gaat. Vooral de video van Hans Rosling maakt duidelijk wat het voordeel is van Open Data. Carmabi, DROV, GGD en CBS zoudne ook baat hebben bij het publiceren van hun data. Kranshi doet het al met de uitslagen van de verkiezingen.
http://www.opendatacommons.org
http://tinyurl.com/adopendata2
http://tinyurl.com/adopendata3
Rens van der Hammen, journalist bij Radio Hoyer en later bij het Antilliaans Dagblad, vroeg me op 1 maart 2010 om zijn column 'Byte Me' over te nemen. Deze verschijnt elke week in de zaterdagbijlage van het Antilliaans Dagblad (de AD Wikent). Op 20 maart werd het eerste stukje geplaatst.